Negatieve getallen par 9.1

Welkom
Welkom
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom
Welkom

Slide 1 - Slide

afronding H11
sterretje: vervangende opdracht
Deze week op classroom
Inleveren dinsdag na de projectweek!

Slide 2 - Slide

Planning
H8 afgerond
Rekenen met decimalen getallen, machten, breuken en breuken omrekenen

Nu H9
Rekenen met negatieve getallen (+, -, x, : ), machten en negatieve getallen

Toets is don 20 april
ZONDER REKENMACHINE

Slide 3 - Slide

Vandaag
Terugblik H8

Je leert wat negatieve getallen zijn

Slide 4 - Slide

Leerdoelen H8
Je leert wat een som, een verschil, een product en een quotiënt is. Leg uit wat deze begrippen betekenen
Je leert hoe je machten berekent. Leg in je eigen woorden uit wat een macht is en hoe je hiermee rekent
Je leert hoe je berekeningen in de juiste volgorde uitvoert. Teken het trappetje die hierbij hoort
Je leert hoe je decimale getallen optelt, aftrekt en vermenigvuldigt. Waar moet je opletten bij rekenen met decimale getallen
Je leert hoe je breuken optelt en aftrekt. Hoe moet je een breuk met verschillende noemers optellen en aftrekken?
Je leert hoe je breuken vermenigvuldigt. Hoe moet je twee breuken met elkaar vermenigvuldigen? 

Je leert hoe je percentages als breuk schrijft en andersom. 
Je leert hoe je percentages als een decimaalgetal schrijft en andersom.
Geef het schema weer van omrekenen met percentage met het decimale getal van 0,16
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Wat is een negatief getal?
Wie weet een voorbeeld van een negatief getal

Slide 6 - Slide

Temperatuur kan in de min gaan
negatief getal

Slide 7 - Slide

Thermometer
Als het nu 4 graden is en de temperatuur daalt met 7 graden. 

Hoe warm is het dan? 

Slide 8 - Slide

Thermometer versus getallen lijn
getallenlijn(en)

Slide 9 - Slide

Groter/kleiner dan

Wat is groter -4 of 4?

Wat is groter -3 of 3?

Dit zijn tegengestelde van elkaar

Slide 10 - Slide

Groter/kleiner dan

Wat is groter -4 of 3?

Wat is groter 3 of -2?

Welke tekens moeten hier tussen?

Slide 11 - Slide

Aan de slag
havo: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
vwo: 1, 2, 4, 5, 6, 7, U1, U2

We werken de eerste 5 min in stilte
Vragen beantwoord ik NA de 5 min
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Opstart opdracht
Bereken:
(13146)2(8+3)(22+3)=
timer
2:00

Slide 13 - Slide