Eind vragen over hoofdstuk 1

• Logistiek
• Beroepsopleiding

Eind vragen over hoofdstuk 1

Wat is logistiek?

1. Het vervoeren van producten
2. Alle processen om een product bij de consument te brengen
3. Artikelen van van A naar B brengen
4. Het bevoorraden van de winkels die verkopen aan de consument

Een handelsbedrijf is...

1. Een bedrijf die goederen inkoopt en verkoopt
2. Een bedrijf die een dansles verzorgt

Non-profitorganisatie

1. Een organisatie of een instelling die GEEN winst hoeft te maken
2. Een organisatie of een instelling die WEL winst moet maken.
3. Een organisatie of instelling die zich inzet voor gezond eten.
4. Een organisatie of instelling waar vrijwilligers werken.

In de bedrijfskolom gaat de informatiestroom

1. Alleen van boven naar beneden
2. Twee kanten op
3. Alleen van beneden naar boven

Differentiatie betekent dat er een schakel bijkomt in de bedrijfskolom.

1. Ja
2. Nee

Wat is een bedrijfskolom?
Een bedrijfskolom ....

1. ... zijn de bedrijven waarmee een bedrijf handelt
2. ...is de productieweg binnen een bedrijf
3. ...zijn alle bedrijven die eenzelfde soort product maken
4. ...geeft aan welke bedrijven in de productieweg van een product voorkomen

Wat is geen tussenpersonen binnen de bedrijfskolom?

1. Advocaat
2. Stuwadoor
3. Expediteur
4. Douane-expediteur

Deze tussenpersoon is verantwoordelijk voor het laden en lossen van het schip.

1. cargadoor
2. verscheper
3. expediteur
4. stuwadoor

Wat is het verschil tussen een distributiecentrum en een logistiek dienstverlener?

1. Er is geen verschil
2. De een ontvangt altijd alleen goederen van 1 klant en de ander altijd van meerdere klanten.
3. Een Logistiek dienstverlener werkt voor andere bedrijven en een DC voor het eigen bedrijf.

Welk soort logistieke dienstverlener verricht de meeste diensten voor een klant?

1. 1PL
2. 2PL
3. 3PL
4. 4PL

Wat is een collecterende groothandel?

1. Een groothandel die alleen producten van één fabrikant verkoopt.
2. Een winkel die alleen producten van verschillende fabrikanten verkoopt.
3. Een groothandel die producten verzamelt van verschillende fabrikanten.
4. Een winkel die alleen producten van één fabrikant verkoopt.

Wat is een order?

1. Een bestelling
2. Goederen
3. Verkoopartikelen
4. Een levering

Een debiteur is kredietwaardig als

1. hij bereid is op krediet te kopen
2. hij in staat is de factuur te betalen
3. hij de crediteur krediet verleend

Je werkt met meerdere orderverzamelaars tegelijk aan het verzamelen van verschillende orders. Hoe noem je deze manier van verzamelen

1. parallel orderverzamelen
2. eenzijdig orderverzamelen
3. sequentieel orderverzamelen
4. tweezijdig orderverzamelen

Leervragen

Maak alle leervragen die je krijgt op een A 4tje

Lever verslagen in van de bedrijfsbezoeken als je er geweest bent.

Zie Its learning voor alle info.