3H - 2.1 - censuskiesrecht

3H - Staatsinrichting vanaf 1848

Censuskiesrecht & politieke stromingen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3H - Staatsinrichting vanaf 1848

Censuskiesrecht & politieke stromingen

Slide 1 - Slide

Vorige keer

  • Thorbecke 1848 --> Grondwetswijziging
  • Ministeriële verantwoordelijkheid 
  • Koning is onschendbaar 

Slide 2 - Slide

Verdeelde macht
  • Stemrecht is er voor mannen die een grote hoeveelheid belasting betalen (=censuskiesrecht).
  • Nederland was een parlementaire democratie (volk heeft de macht via stemmen).
  • Macht van NL is opgedeeld in drie stukken:
  1. Wetgevende macht (1e + 2e kamer)
  2. Uitvoerende macht (Regering)
  3. Rechterlijke macht (rechters)
  • Niemand heeft meer dan 1 macht tegelijk.

Slide 3 - Slide

Districtenstelsel
  • Nederland is verdeeld in 100 districten. 

  • Per district wordt er 1 volksvertegenwoordiger gekozen voor in de Tweede kamer. 

Slide 4 - Slide

Wat betekent censuskiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen

Slide 5 - Quiz

Wie hebben er kiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen

Slide 6 - Quiz

Onschendbaarheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Koning is niet verantwoordelijk voor politiek
C
Koning mag niets zeggen
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning

Slide 7 - Quiz

Politieke stromingen
  1. Liberalen
  2. Confessionelen 
    Protestanten & Katholieken
  3. Socialisten

Slide 8 - Slide

Hoofdtaken Eerste Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Chambre du reflection (Kamer van reflectie = nogmaals, vooral technisch, bekijken van een wetsvoorstel dat al door de Tweede Kamer is goedgekeurd)

Slide 9 - Slide

Hoofdtaken Tweede Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Maken van wetten (wetgevende taak)

Slide 10 - Slide

Controlerende instrumenten (rechten) van de Eerste- en Tweede Kamer (1)
  • Recht van budget (goed- of afkeuren van de staatsbegroting

  • Recht van enquête (tot op de bodem uitzoeken van een bepaalde zaak)

  • Vragenrecht: recht om het kabinet vragen te stellen ('vragenuurtje') 

Slide 11 - Slide

Controlerende instrumenten (rechten) van de Eerste- en Tweede Kamer (2)

  • Recht van interpellatie (minister verplichten tot een debat)

  • Motierecht: recht om een motie een wens van de Kamer) in te dienen 

Slide 12 - Slide

Wetgevende instrumenten (rechten) die alleen de Tweede kamer heeft

  • Recht van amendement (wetsvoorstellen aanpassen)

  • Recht van initiatief (Kamerleden kunnen zelf met een wetsvoorstel komen i.p.v. de minister)

Slide 13 - Slide

Zelf aan de slag!
  • Lezen + maken 2.1.
timer
5:00

Slide 14 - Slide