5. De man vertelt wonderlijke zaken aan zijn
vrienden, terwijl zij wijn drinken.6. Terwijl zijn vrienden wijn drinken, doet de man het zware werk.
7. De oude man gaf raad aan het volk, terwijl het over de oorlog beraadslaagde.
8. Terwijl het volk over de oorlog beraadslaagde, waren de vijanden al gekomen.
9. De slaven hielden alle gasten tegen, nadat ze he thuis waren ingegaan.
10. Hoewel alle gasten het huis waren ingegaan, hadden de slaven de maaltijd nog niet klaar.