What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
passé composé en bezittelijk voornaamwoord
passé composé en bezittelijk voornaamwoord
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
passé composé en bezittelijk voornaamwoord
Slide 1 - Slide
Wat is een passé composé?
De passé composé is hetzelfde als in het Nederlands de V.T.T.
hulpwerkwoord+ voltooid deelwoord.
Bijvoorbeeld: ik heb gelopen / wij hebben gefietst / zij zijn gegaan
I
Slide 2 - Slide
De passé composé
bestaat uit
2
delen:
1: Hulpwerkwoord avoir (of être)
2: Voltooid deelwoord
Slide 3 - Slide
Hoe maak je een passé composé?
STAPPENSCHEMA
Slide 4 - Slide
STAP 1
Welk persoonlijk voornaamwoord en welke vorm van avoir?
Slide 5 - Slide
J'ai
tu as
il/ elle/ on a
nous avons
vous avez
ils/ elles ont
Slide 6 - Slide
Voltooid deelwoord zelf maken:
Je werkwoord eindigt op -er: haal -er weg, zet er
é
voor in de plaats.
Bijvoorbeeld: regarder --> regard
er
--> regard --> regardé
Slide 7 - Slide
STAP 2
Maak het voltooid deelwoord
Soms kun je het voltooid deelwoord niet zelf maken, dan moet je het uit je hoofd leren. Deze werkwoorden vind je op een aparte slide.
Slide 8 - Slide
De volgende voltooide deelwoorden moet je uit je hoofd leren!
avoir --> eu bijv. Tu as eu (jij hebt gehad)
être --> été bijv. Nous avons été (wij zijn geweest)
faire --> fait bijv. Elles ont fait (zij hebben gemaakt)
Slide 9 - Slide
Passé Composé
Je gebruikt de passé composé als je vertelt wat je
hebt gedaan
Deze tijd maak je door een vorm van het werkwoord
avoir + een voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord maak je door :
heel werkwoord min -er > é
Slide 10 - Slide
J'ai passé
de bonnes vacances
Dus : J'ai =hulpwerkwoord
Passé = voltooid deelwoord
Vertaling = ik heb doorgebracht
Tu as passé
il a passé
Nous avons passé
Vous avez passé
Ils ont passé
Slide 11 - Slide
Onregelmatige voltooid deelwoorden
Ik heb gehad = j'ai eu
Ik ben geweest = j'ai été
Ik heb gemaakt, gedaan = j'ai fait
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Vertaal :
Wij hebben een goede vakantie doorgebracht in Duitsland
A
Ils ont passé de bonnes vacances en Angleterre
B
Vous avez passé de bonnes vacances en Allemagne
C
Nous avons passé de bonnes vacances en Allemagne
D
Ils ont passé de bonnes vacances en Angleterre.
Slide 14 - Quiz
Bezittelijk voornaam woord
Basile est
mon
frère
Justine est
ma
soeur
Paul et Annette sont
mes
parents
Wat betekenen : mon, ma, mes?
Waarom zijn de vormen steeds anders?
Slide 15 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord 2
Dit zijn alle vormen :
Mon, ma, mes, = mijn
Ton, ta, tes= jouw
Son, sa, ses = zijn of haar
Notre, notre, nos = onze/ons
Votre, votre, vos= jullie, uw
Leur, leur, leurs = hun
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Vertaal : haar broer, zijn zus
A
sa frère, son soeur
B
son frère, sa soeur
C
sa soeur, sa frère
D
son soeur, son frère
Slide 19 - Quiz
Jullie ouders, hun zussen
A
Votre parents, leurs soeurs
B
Vos parents, leur soeurs
C
Votre parents, leur soeur
D
Vos parents, leurs soeurs
Slide 20 - Quiz
More lessons like this
chapitre 1 Grandes Lignes chapitre 2
October 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HV2 CH 1 voca + gram. CH 1 Grandes Lignes
November 2024
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
passé composé en bezittelijk voornaamwoord
November 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Chapitre 1 Les vacances
December 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2HV: Chapitre 4: chp 1
February 2021
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2TH - herhaling voor pw chapitre 1
November 2023
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
M3 onregelmatige ww passé composé
November 2024
- Lesson with
34 slides
Passé composé + bezittelijk voornaamwoord
February 2023
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1