2024_ les 1 Nederlands fictie

Nederlands 1dhv
Afspraken:
  • Je zit op een vaste plek.
  • Op je tafel ligt werkboek, chromebook, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in de telefoontas. 
  • Je chromebook is dicht en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • Tijdens de les luister je naar de docent en elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale toon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 1dhv
Afspraken:
  • Je zit op een vaste plek.
  • Op je tafel ligt werkboek, chromebook, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in de telefoontas. 
  • Je chromebook is dicht en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • Tijdens de les luister je naar de docent en elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale toon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







Slide 1 - Slide

Programma
Wat gaan we doen?:
  • Talent inloggen, werkboek bekijken
  • Instructie theorie Fictie 1.1
  • Klassikaal oefenen Fictie


Slide 2 - Slide

Inloggen Talent
  • Inloggen via som
  • ga naar Nederlands leermiddelen
  • Talent onderbouw MAX 1havo/vwo

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Gebruik werkboek en schrift
Hoe gebruik je het werkboek?
Wanneer gebruik je het schrift?

Slide 6 - Slide

Lesdoel

Aan het einde van de les:
  • Weet je het verschil tussen fictie en non-fictie
  • Weet je voorbeelden van realistische fictie en niet-realistische fictie

Slide 7 - Slide

Theorie (fictie en non-fictie) 
Fictie = alles wat verzonnen is.
Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch.
Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch
Voorbeelden: leesboeken, strips, toneelstukken

Non-fictie = alles wat niet verzonnen is. 
Voorbeelden: schoolboeken, nieuwsberichten, enz.

Slide 8 - Slide


A
fictie
B
non fictie

Slide 9 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 10 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 12 - Quiz


Wat is dit?
timer
0:10
A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quiz

fictie of nonfictie
A
fictie
B
non fictie

Slide 14 - Quiz

Checken lesdoel
Wie kan mij een voorbeeld noemen van .....

Opdracht 2 a,b,c,d,e bespreken
Morgen naar de mediatheek

Slide 15 - Slide

Boekenlegger afmaken

Slide 16 - Slide

Talent paragraaf 1.1. Fictie


Wat heb je nodig? werkboek en schrift
We gaan het klassikaal maken

Slide 17 - Slide

Zo doen we het in de brugklas!
Deur dicht?: we zijn begonnen.

Tijdens het zelfstandig werk ben je met je opdracht bezig.

Je maakt je huiswerk. Tip: probeer zoveel mogelijk in de les af te krijgen.

Je laat je werkplek netjes achter.

Je wacht op het signaal van de docent wanneer je mag inpakken. Als de bel gaat mag je (na toestemming) vertrekken.


Slide 18 - Slide