4.5 Woorden 1 tm 4 14-03-2024 tm 22-03-2024

2.5 Theorie achtervoegsels 
 De betekenis van het woord verandert als je er een achtervoegsel achter zet.
  


2.5 Theorie achtervoegsels
AFLEIDINGEN
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.5 Theorie achtervoegsels 
 De betekenis van het woord verandert als je er een achtervoegsel achter zet.
  


2.5 Theorie achtervoegsels
AFLEIDINGEN

Slide 1 - Slide

AFLEIDINGEN

Slide 2 - Slide

3.5 Woorden

Uitleg opdracht 4


Slide 3 - Slide

Zelfstandig 3.5 Woorden
  1. Wat?: maak opdracht 4a+b+c 
  2. Hoe?: zelfstandig, zachtjes overleggen mag
  3. Tijd: 5 minuten
  4. Klaar?: neem de woordenlijst van 3.5 door
  5. Kort nabespreken

timer
5:00

Slide 4 - Slide

Klassikaal
Ga naar 4.5 Woorden

Klassikaal opdracht: 5+6





Slide 5 - Slide

Klassikaal
Antwoorden 6A:


Slide 6 - Slide

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
7:00

Slide 7 - Slide



Vandaag:
  • Theorie: afleidingen
  • Klassikaal en zelfstandig aan de slag met Talent.

  • Toetsweek: toets over 4.5 

Slide 8 - Slide

Afleidingen
Hoe maak je van een werkwoord een zelfstandig naamwoord?
Dit kan op 2 manieren. Dit is de 1e manier:

praten
lopen
schrijven
vergaderen

Slide 9 - Slide

Afleidingen
Hoe maak je van een werkwoord een zelfstandig naamwoord?
1. Door het lidwoord 'het' ervoor te zetten

het praten
het lopen
het schrijven
het vergaderen

Slide 10 - Slide

Afleidingen
Hoe maak je van een werkwoord een zelfstandig naamwoord?
Dit is de 2e manier:

proberen     
repareren
fietsen
begin
besturen
lopen

Slide 11 - Slide

Afleidingen
Hoe maak je van een werkwoord een zelfstandig naamwoord?
2. Gebruik een lidwoord, een achtervoegsel of kort het woord in. 

proberen - het probeersel
repareren - de reparatie
fietsen - de fietser
begin - het beginsel
besturen- het bestuur
lopen - de loper

Slide 12 - Slide

of door het woord in te korten:

werkwoord - beginnen
zelfstandig naamwoord: het begin

Slide 13 - Slide

Wat is een betekenisvolle zin?
Woord = veel tijd in beslag nemen
Het huiswerk voor wiskunde neemt erg veel tijd in beslag, ik ben er al de hele week mee bezig. 

Een betekenisvolle zin maak je met  een samengestelde zin=
Twee zinnen gescheiden door een komma. Eerste zin het woord, in de tweede zin de uitleg van de betekenis. Je mag het woord vervoegen!




Slide 14 - Slide

Klassikaal
Wat: oefenen met het maken van betekenisvolle zinnen uit de woordenlijst 4.5

Open het bestandje woordenlijst 4.5 op Magister/ELO/studiewijzers/m2
Sla het bestand eerst op!: OneDrive/leerjaar2/mapje Nederlands

Slide 15 - Slide

Woordenlijst 4.5
Open het bestandje woordenlijst (Magister/ELO/studiewijzers/m2). 
Sla het bestand eerst op!: OneDrive/leerjaar2/mapje Nederlands

Wat?: Bedenk betekenisvolle zinnen met de woorden uit de woordenlijst. 
Deadline: huiswerk voor morgen is de tweede helft af hebben.
Hoe?: Zelfstandig, overleggen alleen op zachte praattoon 
Tijd?: 15 minuten

timer
15:00

Slide 16 - Slide

Woordtrainer
Ga naar Talent 4.5 Woordtrainer en oefen de betekenis van de woorden


Tijd: 10 minuten
Hoe?: alleen, zachtjes 


timer
10:00

Slide 17 - Slide

Huiswerk donderdag 21 maart
1. Leer de tweede helft van de woordjes van de woordenlijst 4.5 (woord en betekenis)

2. In Magister/ELO/Studiewijzers/m2 staat een document met de woordenlijst 4.5. Maak van de tweede helft van de woordenlijst van ieder woord een betekenisvolle zin. (vergeet het document niet op te slaan)






Slide 18 - Slide

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
7:00

Slide 19 - Slide



Vandaag:
  • Klassikaal en zelfstandig aan de slag met Talent 4.5.

  • Toetsweek: toets over 4.5 

Slide 20 - Slide

Herhaling


Op welke 2 manieren kun je van een werkwoord een zelfstandig naamwoord maken?

Slide 21 - Slide

of door het woord in te korten:

werkwoord - beginnen
zelfstandig naamwoord: het begin

Slide 22 - Slide

Klassikaal
Ga naar 4.5 Woorden

Klassikaal opdracht: 10+11+12






Slide 23 - Slide

Klassikaal
Ga naar 4.5 Woorden

Klassikaal opdracht: 15+16





Slide 24 - Slide

Zelfstandig aan de slag

Betekenisvolle zinnen afmaken met woordenlijst 
EN/OF
Woordtrainer oefenen
Hoe: alleen,  zachtjes overleg
Tijd: 10 minuten
timer
10:00

Slide 25 - Slide

Woordtrainer
Ga naar Talent 4.5 Woordtrainer en oefen de betekenis van de woorden


Tijd: 10 minuten
Hoe?: alleen, zachtjes 


timer
10:00

Slide 26 - Slide

Woordenlijst 4.5
Open het bestandje woordenlijst (Magister/ELO/studiewijzers/m2). 
Sla het bestand eerst op!: OneDrive/leerjaar2/mapje Nederlands

Wat?: Bedenk betekenisvolle zinnen met de woorden uit de woordenlijst. 
Hoe?: Zelfstandig, overleggen alleen op zachte praattoon 
Tijd?: 15 minuten

timer
15:00

Slide 27 - Slide

Huiswerk vrijdag 22 maart
1. Leer alle woordjes van de woordenlijst 4.5 (woord en betekenis)

2. Betekenisvolle zinnen met woordenlijst 4.5: zorg dat je dit af hebt en neem ze goed door. Deze zinnen kun je gebruiken bij het maken van de toets






Slide 28 - Slide

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
7:00

Slide 29 - Slide



Vandaag:
  • oef 16 c+d
  • wat moet je kennen voor de toets?
  • Zelfstandig aan de slag met 4.5
  • Toets Lezen doornemen (als het lukt qua tijd)

Slide 30 - Slide

Klassikaal
Ga naar 4.5 Woorden

Klassikaal opdracht: 16C+16D






Slide 31 - Slide

Lesstof 4.5 wat moet je kennen?

  1. Woordenlijst: betekenis kennen en betekenisvolle zinnen ermee kunnen maken.
  2. Van werkwoorden zelfstandige naamwoorden maken op de 2 manieren die we geleerd hebben.

Woordenlijst (met betekenisvolle zinnen die al ingevuld zijn) te vinden op Magister/studiewijzer/M2






Slide 32 - Slide

of door het woord in te korten:

werkwoord - beginnen
zelfstandig naamwoord: het begin

Slide 33 - Slide

Wat ga je nu doen?
Maak een keuze en ga aan de slag. Klaar? volgende onderdeel: 
  • Talent Woordtrainer 4.5
  • Test jezelf 4.5, evt. versterk jezelf
  • Neem de betekenisvolle zinnen door (ingevulde formulier op de studiewijzer en je eigen zinnen)
  • Neem de lesstof 4.5 door
  • Maak opdrachten in Talent 4.5 die je nog niet af hebt
Hoe? Alleen, in stilte Hoe lang? 20 minuten  Vragen?: Steek je hand op, ik loop langs



timer
20:00

Slide 34 - Slide

Woordtrainer 2.5 oefenen
Ga naar Talent 2.5 Woordtrainer en oefen de woordjes

Tijd: 15-20  minuten




timer
15:00

Slide 35 - Slide

Wat ga je nu doen?
Maak een keuze en ga aan de slag. Klaar? volgende onderdeel: 
  • Maak de opdrachten in 1.8 af die je nog niet af hebt en verbeter je opgaven  (zie studiewijzer in Magister voor welke opdrachten je moet doen)
  • Oefen met Test jezelf  1.8
  • Cambiumned: leestekens oefenen
Hoe? Alleen, in stilte
Hoe lang? 20 minuten
Vragen?: Steek je hand op en ik loop langs



timer
20:00

Slide 36 - Slide

Wat ga je nu doen?
Cambium ned

Oefenen met leestekens

Hoe?: Alleen, in stilte
Hoe lang?: 10 minuten
Vragen?: Steek je hand op en ik loop langs


timer
10:00

Slide 37 - Slide

Schrijf op:

Slide 38 - Mind map

Schrijf op:

Slide 39 - Mind map

Schrijf op:

Slide 40 - Mind map

Schrijf op:

Slide 41 - Mind map

Schrijf op:

Slide 42 - Mind map

Schrijf op:

Slide 43 - Mind map

Schrijf op:

Slide 44 - Mind map

Schrijf op:

Slide 45 - Mind map

Schrijf op:

Slide 46 - Mind map

Schrijf op:

Slide 47 - Mind map