This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom bij wiskunde!
Slide 1 - Slide
De les begint bijna...
Slide 2 - Slide
Doelen van de les
De leerling kent de begrippen wortel en
worteltrekken
De leerling kan rekenen met een wortel
De leerling gebruikt:
het is gelijk of ongeveer gelijk aan
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Paragraaf 1.4
Zoals plus bij min en keer bij gedeeld door hoort, zo hoor er ook iets bij kwadraat. Namelijk de wortel. Dat is precies het tegenovergestelde van het kwadraat. Zo is de wortel van 64 = 8
want 8 x 8 = 64. Dus 64 : 8 = 8
We noteren dit als volgt:
√64=8
Slide 5 - Slide
Paragraaf 1.4
Let op, onder de wortelteken kunnen
alleen positieve getallen.
Bij sommige getallen komt er geen mooi heel getal uit. Wortel 50 is 7.071067812. We noteren dan:
Dit betekent: is ongeveer gelijk aan.
Slide 6 - Slide
Wortels
Wortels zijn het omgekeerde van kwadraten.
√16=4
√169=13
√83=
Slide 7 - Slide
de wortel van 361 is?
A
5
B
19
C
136
D
201
Slide 8 - Quiz
wortel van 196
A
13
B
12
C
14
D
15
Slide 9 - Quiz
Wat is de wortel van - 100 ?
A
- 10
B
10
C
- 50
D
Kan niet
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Aan het werk
Maken: 1.4 opdracht (33, 34, 35) 36 t/m 41
Klaar?
Maak ook de opdrachten van blz. 25
Klaar?
Maak opdrachten T1 t/m T9 van Vaardigheden / Test jezelf blz. 30 - 31