2.3 Cultuur



Cultuur
§2.3:


Pak je boeken en kom in de lessen-up!
1 / 45
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Cultuur
§2.3:


Pak je boeken en kom in de lessen-up!

Slide 1 - Slide

Planning
- Herhaling §2.2
- Leerdoelen §2.3
- Uitleg
- Opdrachtkaart 2 PO
- Huiswerk

Slide 2 - Slide

§2  de bevolking groeit en vertrekt
Reden om te migreren:
1. Economisch
2. Politiek
3. Ecologisch
4. Sociale redenen

Motieven migratie onder te verdelen in push- en pullfactoren:

Voorbeeld push: oorlog, droogte
Voorbeeld pull: veiligheid, werk



Slide 3 - Slide

Migratie
  • Arbeidsmigrant -> economisch
  • Politieke migrant -> vervolging/oorlog
  • Ecologische migrant -> natuurramp
  • Sociale migrant -> familie woont ergens anders 
Aantekening

Slide 4 - Slide

De manier waarop mensen over een gebied verspreid zijn noemen we...
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
Bevolkingsgrafiek

Slide 5 - Quiz

Bij welk type land past deze
bevolkingsdiagram?
A
Een arm land
B
Een ontwikkelend land
C
Een rijk land

Slide 6 - Quiz

Bij welk type land past deze
bevolkingsdiagram?
A
Een arm land
B
Een ontwikkelend land
C
Een rijk land

Slide 7 - Quiz

Zet de pull/pushfactor bij het juiste onderdeel
Ecologisch
Sociaal
Economisch
Politiek
Achtergesteld door seksualiteit
Pullfactor: geld
Familie
Natuurramp
Oorlog
Corruptie
Pullfactor: veilig
Pullfactor: schoon milieu
Achtergesteld door religie
spanningen tussen groepen
Droogte
Lage belastingen

Slide 8 - Drag question

Hieronder staan omschrijvingen van begrippen uit vorige paragrafen. Welke begrippen horen er bij? 
De manier waarop de bevolking over het land verdeeld is 
Je land verlaten om in een ander land te gaan wonen 
Redenen waarom mensen ergens naar toe willen, die redenen horen bij gebieden die aantrekkelijk zijn. 
pullfactoren 
bevolkingsspreiding
emigratie 

Slide 9 - Drag question

Wat voor reden hebben arbeidsmigranten om naar Nederland te komen?
A
Economische reden
B
Politieke reden
C
Natuurlijke reden
D
(sociale reden)

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de twee meest voorkomende redenen voor vluchtelingen om naar Nederland te komen?
A
Economische reden
B
Politieke reden
C
Natuurlijke reden
D
(sociale reden)

Slide 11 - Quiz

De zwarte pijl gaat over ....
A
Binnenlandse migratie
B
Buitenlandse migratie

Slide 12 - Quiz

Welke bevolkingsgrafiek hoort bij Nederland (2020)?
A
bevolkingsgrafiek A
B
bevolkingsgrafiek B
C
bevolkingsgrafiek C
D
bevolkingsgrafiek D

Slide 13 - Quiz

Deze ligt in Nigeria een stuk lager dan in Nederland.
A
Regionale verschillen
B
Levensverwachting
C
Bevolkingsdichtheid
D
Pushfactoren

Slide 14 - Quiz

Leerdoelen
- Je weet op welke manier je een cultuur kunt beschrijven met drie soorten cultuurelementen.

- Je begrijpt waarom culturen vroeger en nu verspreid en vermengd raken.

- Begrijp je hoe een cultuur kan veranderen

Slide 15 - Slide

Wat is cultuur?

Slide 16 - Mind map

Cultuur=
'De manier waarop een groep mensen samenleeft'

Cultuur is aangeleerd.

Taal, godsdienst, voedsel



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Cultuuruitingen

Slide 19 - Slide

Cultuuruitingen
Zaken waaraan je cultuur kunt herkennen noemen we cultuuruitingen

Voorbeelden van cultuuruitingen uit de foto hiernaast zijn gebouwen en voedsel.



Slide 20 - Slide

Cultuuruitingen

1. Taal en Godsdienst
Dingen die te maken hebben met je verstand. 

Slide 21 - Slide

Cultuuruitingen
2. Wetten, familiebanden en opvoeding.

Dingen die te maken hebben met hoe je met elkaar samenleeft.  

Slide 22 - Slide

Cultuuruitingen
3.
 Zichtbare dingen in een land.
vb: kleding, gebouwen, kunst en voedsel

Slide 23 - Slide

Onzichtbare cultuur
Normen en waarden:  Dingen die belangrijk zijn in een cultuur (waarde) Hoe je je binnen een cultuur moet gedragen (normen)


Tradities: gewoonten die van generatie op generatie worden doorgegeven

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Aan de slag opdrachtkaart 2
Wat: Ga je met je PO tweetal aan de slag met opdrachtkaart 2 -> classroom
Hoe: Lees de kaart zelfstandig door en doe de opdrachten
Met wie: tweetallen
Tijd: 20 minuten
Klaar?: Huiswerk : H2.3: 1, 2, 3 en 6
timer
1:00

Slide 32 - Slide

Welk begrip past hierbij?
A
Cultuur
B
Geloof
C
Cultuurelement
D
Amerikanisering

Slide 33 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort Europa en dus ook Nederland?
A
Orthodox
B
Westers
C
Islamitisch
D
Amerikaans

Slide 34 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Islamitisch
C
Budistisch
D
Latijns-Amerikaans

Slide 35 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Chinees
C
Latijns-Amerikaans
D
Orthodox

Slide 36 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Chinees
C
Latijns-Amerikaans
D
Orthodox

Slide 37 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Hindoeïstisch
D
Orthodox

Slide 38 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Japans
D
Westers

Slide 39 - Quiz

Taal
Religie
Gewoonten
Hoge hakken dragen
Boeddhisme
Oktoberfest
Engels
Spaans
Jodendom
Olliebollen eten met oud en nieuw

Slide 40 - Drag question

Westerse cultuurgebied
Islamitische cultuurgebied
Latijns Amerika
Midden Amerika
Indonesie
Europa
Noord Afrika
Australie 
Mexico
Midden - Oosten
Noord-Amerika
Zuid - Amerika

Slide 41 - Drag question

Noem drie belangrijkste cultuurelementen.

Slide 42 - Open question

Huiswerk
H2.3: 1, 2 en 6

Afmaken opdrachtkaart 2

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video