4.2 - Huishouden doen

1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Regels van orde
1e keer:  Waarschuwing
2e keer: Overschrijven basisstof-intro van vandaag (1 à 2 blz.) 
3e keer: Overschrijven ALLE intro's van het thema (10 à 20 blz.)
4e keer: Eruit, naar meneer Wiesman of Brauns

Nooit!
Geluid uit telefoons
Oordopjes in
Eten/drinken
Gooien
  
 

Slide 2 - Slide

4.2 Het huishouden doen

Slide 3 - Slide

Welke taken heb jij in het huishouden?

Slide 4 - Mind map

leerdoelen 
Je kunt redenen noemen om op te ruimen en schoon te maken.
Je weet hoe je moet schoonmaken.
Je kunt milieubewust omgaan met schoonmaakmiddelen.
Je kent diverse keurmerken voor ecologische schoonmaakmiddelen

Slide 5 - Slide

Handig huishouden:
je denkt na over de beste manier om de zorgtaken te doen

Je kunt daarbij rekening houden met:
– de planning van het werk
– de hygiëne 
Verzorgen van je kamer
– Opruimen: alle spullen op hun plek leggen
– Schoonmaken: weghalen van stof en (onzichtbaar) vuil

Slide 6 - Slide

 Redenen om je kamer op te ruimen. 
– Je kunt alles sneller vinden
– Veel mensen vinden het gezelliger

Slide 7 - Slide

Reden om je kamer schoon te houden. 
– Het is hygiënischer. Je hebt een kleinere kans op ziekten 
– Voorbeeld van een ziekte: allergisch zijn voor huisstofmijt

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Op het etiket vind je de gebruiksaanwijzing. Daar staat ook de juiste dosering. De dosering geeft aan hoeveel (dopjes) schoonmaakmiddel je moet oplossen in hoeveel (liter) water. Hoe meer schoonmaakmiddel je gebruikt, hoe hoger de concentratie is.

Slide 10 - Slide

Huisstofmijt
Ze komen overal in het huis voorhet liefst op warme en vochtige plaatsen (ook in je bed dus). 0,3 millimeter groot

Slide 11 - Slide

De huisstofmijt kan een allergische reactie geven die lijkt op hooikoorts. 

Je bent niet allergisch voor het beestje zelf, maar voor zijn uitwerpselen (poep). 

Deze uitwerpselen verspreid de huisstofmijt door het huis. Hoe ziet een allergie tegen huisstofmijt er uit en wat kun je er tegen doen? 


HUISSTOFMIJT

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

schoonmaakmiddelen
  • zorg voor veiligheid voor jezelf en anderen

  • Gebruik milieuvriendelijke schoonmaakspullen

Slide 14 - Slide

Let op wat je koopt
Let op je uitgaven voor het huishouden

Slide 15 - Slide

Hoeveel gebruiken?
Dosering = hoeveel je er in moet doen ( meestal vermengen met water)

concentratie = hoe meer je erin doet hoe hoger het concentratie

Slide 16 - Slide

Milieubewust schoonmaken
milieu= omgeving waarin je leeft
milieubewust= rekening houdend met het milieu

Slide 17 - Slide

hoe?
kies voor natuurlijke schoonmaakmiddelen= middelen waarvan de grondstoffen uit de natuur komen.
 
of biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen= De natuur kan deze producten opruimen.
Voorbeelden;  zijn groene zeep, schoonmaakazijn, soda en spiritus. 
Slecht voor het milieu:  chloor (bleekwater), ammonia en 

andere synthetische schoonmaakmiddelenDaarvan zijn de grondstoffen kunstmatig gemaakt.  

Slide 18 - Slide

Ecologische schoonmaakmiddelen
niet alles is wat het lijkt!

ecologische schoonmaakmiddelen=
milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen met een milieukeurmerk

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Hw opdrachten 
KGT= 4.2 1 tm 8 (5,7 overslaan)
BB=
4.7 opdr 1 
4.2 1 tm 7 (4 overslaan)

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
fluisterend overleggen

Open je boek op blz:
Kader 221 / Basis 199

Lees en maak opgaven:
Kader 1 t/m 8                                   Basis 1 t/m 7 (overslaan: 4)
timer
15:00
Muziekje erbij?

Slide 22 - Slide

Een huishouden is een groep mensen die samen woont.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

LAT-relatie:
Living apart toghether
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Is dit een goed voorbeeld van emancipatie:
Vrouwen mogen ook stemmen.
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Je doet wat er van je verwacht wordt. Is dat rolgedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Is agent zijn een mannen beroep?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Hoe noem je het als iemand een liefdesrelatie heeft maar niet samen woont?
A
Woongroep
B
Gezin
C
LAT-relatie
D
gehuwd samenwonen

Slide 28 - Quiz

Bij een grootfamilie wonen; ouders, kinderen en kleinkinderen in een huis.
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Opruimen =
A
alle spullen op hun plek leggen
B
weghalen van stof en (onzichtbaar) vuil

Slide 30 - Quiz

Huisstofmijten zie je met het blote oog.
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Een huishouden is een groep mensen die samen woont.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

LAT-relatie:
Living apart toghether
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Is dit een goed voorbeeld van emancipatie:
Vrouwen mogen ook stemmen.
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quiz

Je doet wat er van je verwacht wordt. Is dat rolgedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

Hoe noem je het als iemand een liefdesrelatie heeft maar niet samen woont?
A
Woongroep
B
Gezin
C
LAT-relatie
D
gehuwd samenwonen

Slide 36 - Quiz

Bij een grootfamilie wonen; ouders, kinderen en kleinkinderen in een huis.
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz

Opruimen =
A
alle spullen op hun plek leggen
B
weghalen van stof en (onzichtbaar) vuil

Slide 38 - Quiz

Huisstofmijten zie je met het blote oog.
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quiz

Zelfstandig werken
fluisterend overleggen

Open je boek op blz:
Kader 221 / Basis 199

Lees en maak opgaven:
Kader 1 t/m 8                                   Basis 1 t/m 7 (overslaan: 4)
timer
15:00
Muziekje erbij?

Slide 40 - Slide