persoonsvorm 1K, 1L, 1W

Verwachtingen
respect
schoolregels

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verwachtingen
respect
schoolregels

Slide 1 - Slide

Wat is respect voor jou?

Slide 2 - Mind map

Wat verwacht jij?/Wat moet ik weten?
Wat verwacht je dit jaar van Nederlands?
Wat verwacht je van mij?

Wat moet ik weten?
Dyslexie of is er iets anders waar ik rekening mee moet houden?

Slide 3 - Slide

Wat kan je verwachten in mijn les.
Elke les lezen. Nieuws of een boek.
Herhaling
Uitleg nieuwe lesstof
Oefenen

We werken vrijwel altijd met LessonUp.
Zo min mogelijk huiswerk.

Slide 4 - Slide

Lezen
We beginnen elke les met lezen. Vandaag een nieuwsitem.
Je leest de tekst. Daarna krijg je vragen.
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Welke woorden zijn belangrijk in de tekst?

Slide 6 - Mind map

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Nederland 4e plaats paralympics
B
Nederland eindigt zeldzaam goed paralympics
C
4e plaats paralympics
D
4e plek medaillespiegel

Slide 7 - Quiz

Hoeveel gouden medailles had Nederland in Tokio?

Slide 8 - Open question

Waardoor denkt de schrijver dat we 4e zijn geworden en niet 5e?

Slide 9 - Open question

Noem 2 Nederlanders met 3 gouden plakken.

Slide 10 - Mind map

Zinsontleding

Slide 11 - Slide

Vandaag

Uitleg

Oefenen

Blooket

Terugblik

Slide 12 - Slide

Wat is de persoonsvorm?

Slide 13 - Mind map

De persoonsvorm
Dit is altijd een werkwoord!
Gebruik de vraagproef of tijdproef om hem te vinden.
Hakim en Els zijn naar het park gelopen.
Werkwoorden: zijn en gelopen
Vraagproef: Zijn Hakim en Els naar het park gelopen?
Tijdproef: Hakim en Els waren naar het park gelopen.

Slide 14 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
Doe de tijdsproef.

Tante Toos zwemt iedere dag in de zee.
timer
2:00

Slide 15 - Slide

Antwoord
Tante Toos zwemt iedere dag in de zee. -->
Tante Toos zwom iedere dag in de zee.
Het werkwoord zwemmen verandert, dus is zwemt de persoonsvorm.

Slide 16 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
Doe de vraagproef.

Achmed stepte van Utrecht naar Amsterdam.

Slide 17 - Slide

Antwoord
Ahmed stepte van Utrecht naar Amsterdam.

Stepte Ahmed van Utrecht naar Amsterdam?

Slide 18 - Slide

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 19 - Quiz

persoonsvorm:
Als het onderwerp meervoud is, moet de persoonsvorm ook meervoud zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Jip heeft zijn fiets laten vallen.

Slide 21 - Open question

Opdrachten maken
Je krijgt de oefeningen die je moet maken uitgedeeld.

1W: Blz 49 t/m 51; opdracht 1 t/m 5
1K en 1L: blz 68 t/m 71; opdracht 1 t/m 5

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Ik weet wat de persoonsvorm is en kan deze in een zin vinden.
ja
nee

Slide 24 - Poll