Les 6 periode 3
1 / 33
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Hoe zijn de huiswerk opdrachten gegaan
Goed, ik snapte alles
Goed, ik snapte bijna alles
Niet heel goed ik vond het erg lastig
Ik heb het nog niet gemaakt
Slide 3 - Poll
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Bedrijfspand valt onder:
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Kort vreemd vermogen
D
Lang vreemd vermogen
Slide 8 - Quiz
Debiteuren vallen onder:
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Kort vreemd vermogen
D
Lang vreemd vermogen
Slide 9 - Quiz
Hypothecaire lening valt onder:
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Kort vreemd vermogen
D
Lang vreemd vermogen
Slide 10 - Quiz
Crediteuren vallen onder:
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Kort vreemd vermogen
D
Lang vreemd vermogen
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
vanaf wanneer is de liquiditeit van een bedrijf voldoende?
A
de quick ratio vanaf 0,1
B
Bij de quick ratio vanaf 0,5
C
de quick ratio vanaf 1,5
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
a. Bereken de current ratio. Ronde de uitkomst af op twee decimalen.
Slide 20 - Open question
b. Bereken de quick ratio. Rond de uitkomst af op twee decimalen.
Slide 21 - Open question
c. Bereken de cash ratio. Rond de uitkomst af op twee decimalen
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
a. Bereken de current ratio. Rond de uitkomst af op twee decimalen.
Slide 24 - Open question
b. Bereken de quick ratio. Rond de uitkomst af op twee decimalen.
Slide 25 - Open question
c. Bereken de cash ratio. Rond de uitkomst af op twee decimalen.
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
De solvabiliteitsgraad is 20% is dit goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 30 - Quiz
De debt ratio van een bedrijf is 0,8 is die goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quiz
De solvabiliteit van een bedrijf is 175% is dit goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 32 - Quiz
Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃
