Grammatica: werkwoordelijk gezegde en onderwerp, leerjaar 2

Stap 1: Ga naar www.lessonup.app
Stap 2: Log in via Microsoft Team 
Stap 3: Je klikt op 'Ja, ik wil deelnemen aan de les'
                                         Welkom!
              Voordat de les is begonnen, heb jij:
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Stap 1: Ga naar www.lessonup.app
Stap 2: Log in via Microsoft Team 
Stap 3: Je klikt op 'Ja, ik wil deelnemen aan de les'
                                         Welkom!
              Voordat de les is begonnen, heb jij:

Slide 1 - Slide

1) Korte terugblik: werkwoordelijk gezegde
2) Nieuw: uitleg onderwerp vinden in een zin.
3) Oefenen: onderwerp
4) Woordjes overhoren van bladzijde 42







  Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide

Doel
  • Ik kan het onderwerp vinden in een zin.
  • Ik kan uitleggen hoe ik het onderwerp kan vinden in een zin.

Slide 3 - Slide

Hoe vind je het onderwerp?
1) Zoek de persoonsvorm (pv)
2) Zoek het werkwoordelijke gezegde (wg)
3) Stel de vraag: wie(wat) + wwg =  het antwoord is HET ONDERWERP

Slide 4 - Slide

        Hoe vind je het onderwerp?

1) Zoek de persoonsvorm (pv)
Hoe? Zet de zin in een andere tijd

2) Zoek het werkwoordelijke gezegde (wwg)
Hoe? Pv+ alle ander w.w. in de zin.

3) Zoek het onderwerp
Hoe? 
Stel de vraag: wie(wat) + wwg? = 
--> het antwoord is HET ONDERWERP
Even oefenen....

Voorbeeld: 
Jan en Eva zijn naar Enkhuizen geweest.

pv= ?
wwg=?
onderwerp= ?

pv= zijn
wwg = zijn geweest
onderwerp= Jan en Evert   (want wie zijn geweest?)

Slide 5 - Slide

Vandaag
 Huiswerk:
Onderwerp: 

Slide 6 - Slide

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
  Deze week

  • Alles afmaken en herhalen
     voor de repetitie.




  Volgende week

  • Dinsdag: laatste les
  • Woensdag: start toetsweek

Slide 7 - Slide

Schrijf het werkwoordelijk gezegde op van de volgende zin:

Waar gaan wij dansen?
A
Wij
B
Waar
C
Straks
D
Gaan

Slide 8 - Quiz

Grammatica voor de toets

  • Persoonsvorm
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Onderwerp

Slide 9 - Slide

Het werkwoordelijk gezegde vind je door:
Persoonsvorm +alle andere werkwoorden in de zin. 

Voorbeeld: Wij gaan in de avond dansen. 
pv= 
wwg=

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Stappenplan:
1) Je zoekt altijd eerst de persoonsvorm;
2) Daarna pas het werkwoordelijk gezegde;
3) En daarna het onderwerp in de zin


             Je kunt geen stappen overslaan!!

Slide 12 - Slide

Ga naar Magister:
1)Dan ga je naar leermiddelen
2) Dan zoek je Talent Malmberg

Slide 13 - Slide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!  ZS
Ga naar joinmyquiz.com, gebruik code: 70108867+ daarna ga je de woordjes leren bij op blz. 50 leren.
Wat?

Met wie?

Hulp?
 
Klaar?

Daarna/
timer
10:00
Ik loop een rondje na 5 minuten. Eerste 5 zelf proberen.
Mag je iets voor jezelf doen in stilte.
Alleen: de eerste 10 minuten

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

1. Ik kan uitleggen hoe je onderwerp kan vinden in een zin
2. Ik kan het onderwerp vinden in de zin
   Heb jij de lesdoelen behaald?

Slide 16 - Slide

Typ hieronder jouw afsluiting. Kies uit:
- Een vraag
- Een onderwerp waar je meer uitleg over wilt.
- Iets dat je geleerd hebt deze les.

Slide 17 - Open question



- Test: persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde


 




- Leer alvast alle woordjes in de woordenlijst van pagina 42
Leren is herhalen
       Volgende les
         Huiswerk

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (ww.gez.)
ww.gez. = persoonsvorm + de andere werkwoorden in de zin

Volgende week gaan Yasmin en Elif shoppen.

pv = gaan
ww.gez. = gaan schoppen
Als er maar 1 werkwoord is, zijn de pv en het ww.gez. gelijk.

De meiden zien leuke schoenen.

pv = zien
ww.gez. = zien

Slide 20 - Slide

Heb jij de leerdoelen behaald in deze les?

1) Kun je de persoonsvorm (pv) vinden in een zin.
2) Kun je het werkwoordelijk gezegde (ww.gez) vinden in een zin.

Slide 21 - Slide

Tot de volgende les!
  • Schuif alsjeblieft jouw stoel aan.
  • Ga achter jouw stoel staan.
  • Alles weer netjes: grond? Tafel?

Dank je wel!

Slide 22 - Slide