18. Het begin van de Europese overzeese expansie.
Hierbij gaat het om oorzaken en gevolgen: kolonisatie, imperialisme en de vergroting van het wereldbeeld.
19. Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
Hierbij wordt gedacht aan Italië vanaf het begin midden van de veertiende eeuw. Bijgeloof en godsdienstige verklaringen van natuurlijke verschijnselen begonnen plaats te maken voor wetenschappelijke verklaringen.
20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
21. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
23. Het streven van vorsten naar absolute macht.
Het schoolvoorbeeld was de Franse vorst Lodewijk XIV.
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie.