- Jij kunt zeggen wat jij draagt (kleren en kleuren);
- Jij kunt nieuwe woorden rond de stijl in zinnen aanpassen;
- Jij kunt tot en met 70 tellen;
- Jij kunt zeggen en schrijven of iets duur of niet duur is;
- Jij kunt zeggen en schrijven hoeveel iets kost.