U5 les 5 - 05 juin - cijfers

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Lundi 05 juin - suite
Le programme pour aujourd'hui:

- Jij kunt tot en met 70 tellen;
- Jij kunt zeggen en schrijven of iets duur of niet duur is;
- Jij kunt zeggen en schrijven hoeveel iets kost.



Slide 2 - Slide

Objectif numéro 1
Jij kunt tot en met 70 tellen.

Slide 3 - Slide

La classe compte !
La classe compte ensemble jusqu'à 20 !

Après, la classe regarde une vidéo et chante !!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

trente
cinquante
vingt
quarante
20
30
40
50

Slide 6 - Drag question

vingt-et-un
cinquante-deux
quarante-trois
trente-deux
43
21
32
52

Slide 7 - Drag question

C'est combien ?
15
40
16
14
38
57
13
26
59
seize
treize
cinquante-sept
quatorze
cinquante-neuf

Slide 8 - Drag question

vingt-sept
A
37
B
27
C
47
D
25

Slide 9 - Quiz

cinquante-quatre
douze
soixante-trois
quarante-neuf
trente-cinq

Slide 10 - Drag question

Lees Apprendre 10 (page 42). Wat merk jij bij "21, 31, 41, 51 et 61"?

Slide 11 - Open question

Soixante-dix, c'est :
A
50 + 20 = 70
B
50 + 10 = 60
C
60 + 10 = 70
D
60 - 10 = 50

Slide 12 - Quiz

Objectif numéro 2
Jij kunt zeggen en schrijven of iets duur of niet duur is;

Slide 13 - Slide

un sac Vuitton
regarder mais pas acheter
un billet pour le concert d'Ariana Grande
ça ne coûte pas cher
ça ne coûte pas cher
ça coûte cher
ça coûte cher

Slide 14 - Drag question

Objectif numéro 3
Jij kunt zeggen en schrijven hoeveel iets kost.

Slide 15 - Slide

Hoe zeg je in het Frans:
Hoeveel kost het?

Slide 16 - Open question

Combien ça coûte ?
Geef antwoord met een hele zin

Slide 17 - Open question

Combien ça coûte ?
Geef antwoord met een
hele zin

Slide 18 - Open question

Vertaal: De stropdas kost vijftig euro (pas op: in het Frans = 1 euro, 2 euros)

Slide 19 - Open question

Vertaal: De outfit en de ketting kosten twintig euro

Slide 20 - Open question

Vertaal: De laarsjes zijn in de aanbieding: vierentwintig euro

Slide 21 - Open question

Lesdoelen behaald?

- Jij kunt tot en met 70 tellen;
- Jij kunt zeggen en schrijven of iets duur of niet duur is;
- Jij kunt zeggen en schrijven hoeveel iets kost.

Slide 22 - Slide

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll