Literatuur: stijlfiguren (3)

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..

  • ... ken je de drie stijlfiguren om de lezer aan het denken te zetten en een stijlfiguur om een grappig effect te bereiken.

Slide 2 - Slide

Paradox

  • Een paradox is een schijnbare tegenstelling
  • Een paradox bestaat uit twee dingen die op het eerste gezicht niet kunnen, maar als je er dieper over nadenkt toch wel kunnen.
  • Een voorbeeld van een paradox is: ‘Kalm aan, en rap een beetje!’. 
  • Op het eerste gezicht lijkt deze zin niet logisch omdat ‘kalm’ en ‘rap’ een tegenovergestelde betekenis hebben. Wanneer je iets langer nadenkt en de zin nogmaals leest, dan staat er eigenlijk dat iemand snel rustig moet worden.

Slide 3 - Slide

Oxymoron
  • Speciale vorm van tegenstelling (paradox).

  • Twee begrippen die elkaar in hun letterlijke betekenis tegenspreken worden gecombineerd.

  • De minister hulde zich in een veelzeggend zwijgen.

  • Ook: oud nieuws, exacte schatting, knap lelijk, werkvakantie etc.

Slide 4 - Slide

Oxymoron
  • Speciale vorm van tegenstelling (paradox).

  • Twee begrippen die elkaar in hun letterlijke betekenis tegenspreken worden gecombineerd.

  • De minister hulde zich in een veelzeggend zwijgen.

  • Ook: oud nieuws, exacte schatting, knap lelijk, werkvakantie etc.

Slide 5 - Slide

Retorische vraag
De bedoeling van de retorische vraag is niet om een antwoord te krijgen, m.a.w. het is
in feite geen vraag, maar een (nadrukkelijke) mededeling in de vorm van een vraag.

Voorbeelden:
Ongeduldige reiziger: "Hebben ze hier weleens van op tijd gehoord?"

Ben je helemaal gek geworden?

Slide 6 - Slide

Retorische vraag 

Slide 7 - Slide

Retorische vraag
Retorische vragen zijn heel interactief en zetten mensen aan het denken.

Ze zijn daarom een uiterst geschikt stijlmiddel voor het begin (inleiding) of de afronding van een tekst.

Slide 8 - Slide

Woordspeling
Een woordspeling is een taalgrapje. Woordspelingen maken de toon van een tekst minder ernstig. 
Ze geschikt als titel voor een tekst (vooral reclameslogans!). 
Meestal wordt een woord in twee verschillende betekenissen gebruikt, waardoor het grappige effect bereikt wordt. 


Slide 9 - Slide

Woordspeling

Slide 10 - Slide

Woordspeling: dubbele betekenis



Woordspeling: aanpassen van de woordvolgorde




Slide 11 - Slide

Woordspeling 
In een woordspeling kan een woord vaak op meerdere manieren uitgelegd worden. De makers van Loesje zijn daar heel goed in!  


Slide 12 - Slide

Zelf aan de slag
Maken: Cursus 5, par. 11, opdr.  6 en 7.

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken
2. Lezen in je literaire roman


Slide 13 - Slide