2.2 Breuken vermenigvuldigen & 2.3 Negatieve getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

2.2 Breuken

- Terugblik op de rekenvolgorde en breuken optellen

- Nieuwe theorie: Breuken vermenigvuldigen

- Zelfstandig opdrachten maken

- Nieuwe theorie: positieve en negatieve getallen

- SO inplannen

Leerdoelen

- Ik kan breuken vermenigvuldigen en daarna zo nodig vereenvoudigen. Ik gebruik het werkschema dat daarbij hoort.

- Ik kan de <, > en = tekens correct tussen twee getallen zetten, ook bij negatieve getallen.

Bereken

(9⋅5−(16−9)⋅3):8+2⋅9=

(9⋅5−(16−9)⋅3):8+2⋅9=

Bereken:
Noteer je antwoord
in de vorm '5/6'

3​4​​1​​+​8​​7​​−1​16​​4​​=

3​4​​1​​+​8​​7​​−1​16​​4​​=

Bereken:
Noteer je antwoord
in de vorm '5/6'

1​4​​1​​⋅3​3​​2​​=

1​4​​1​​⋅3​3​​2​​=

Werkschema: het vermenigvuldigen van breuken

1.  Breng de helen binnen de breuken.

2.  Bereken

3.  Vereenvoudig de uitkomst en haal de helen eruit.

​noemer⋅noemer​​teller⋅teller​​

Bereken:
Noteer je antwoord
in de vorm '5/6'

​5​​1​​+​3​​2​​⋅2​6​​5​​=

​5​​1​​+​3​​2​​⋅2​6​​5​​=

Weektaak

- Maak: 28, 29, 30, 32, 33, 35

- Lastig? Maak 25 en 27

- Meer uitdaging? Maak +36 en +37

- Eerder klaar? Kijk de opdrachten na.

kleiner

groter

0

-2

-5

4

2

Aantekening 2.3 Negatieve getallen

Positieve getallen liggen rechts van 0.

Negatieve getallen liggen links van 0.

2 afspraken in notatie:

−3<2

−2>−5

Weektaak

Maak voor morgen  (als dit lukt) alvast: 

28, 29, 30, 32, 33, 35 (blz. 64 en 65)

38, 39, 40 (blz. 66 en 67)

SO inplannen

Dinsdag 10 november 2020 het 5e uur:

SO: voorkennis, 2.1 en 2.2

Je ontvangt van mij ter voorbereiding:

Werkblad

Tafelkaart (tafels 1 t/m 12 goed uit je hoofd kennen)