Taalbeleid

1 / 19
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Hoe goed ben jij in spelling?
Heel goed
Goed
niet zo goed
Ik moet er nog veel aandacht aan besteden.
HELP !

Slide 2 - Poll

Wat heb jij nodig om foutloos te schrijven?

Slide 3 - Open question

Hij vroeg de collega ....... hij kent om mee te gaan naar de kermis.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 4 - Quiz


Kies de juiste spelling.

Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].


A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 5 - Quiz

Hij kreeg een fte-aanstelling .... nogal veel onduidelijkheden bevatte.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 6 - Quiz

Welke woorden zijn correct geschreven? Sleep die naar het 'groene vinkje'.  
Sleep de woorden die niet goedgeschreven zijn, naar het 'rode kruisje' (en schrijf ze in de correcte spelling op in je schrift. 
media-aandacht 
politie-auto 
laag-bij-de-gronds 
ski-uitrusting 
V-halstrui
stereoinstallatie
lila-achtig 
medescholier
peper-en zoutstel 
niet-goed-geld-teruggarantie 
chocolade-ei 
negentiende eeuws 
alineaindeling 
mens erger je niet-spel 
ham-kaastosti 
Oudhollands 
mond-tot-mondreclame 
directeureigenaar 

Slide 7 - Drag question

Dat is het beste ........ ik ooit gedaan heb.
A
dat
B
wat
C
die
D
wie

Slide 8 - Quiz

Hij is al de hele week ziek, ..... erg lastig is voor de Apollo.
A
dat
B
wat
C
die

Slide 9 - Quiz

Wat is goed?
A
De media schrijft erg negatief over dat bedrijf.
B
De media schrijven erg negatief over dat bedrijf.
C
D

Slide 10 - Quiz

werkwoordspelling
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis.

Slide 11 - Quiz

Wat is goed?
A
Drugs veroorzaken erg veel overlast in de buurt.
B
Drugs veroorzaakt erg veel overlast in de buurt.
C
D

Slide 12 - Quiz

Werkwoordspelling
A
Hoe oud word je moeder morgen?
B
Hoe oud wordt je moeder morgen?
C
Hoe oud wor je moeder morgen?
D
Hoe oud wordt je morgen?

Slide 13 - Quiz

Wat is goed?
A
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft een baan.
B
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen hebben een baan.
C
D

Slide 14 - Quiz

werkwoordspelling
A
Esther verstuurt een brief
B
Esther verstuurd een brief
C
Esther verstuurdt een brief

Slide 15 - Quiz

Wat denk jij dat leerlingen nodig hebben om foutloos te schrijven?

Slide 16 - Open question

Taalbeleid op de Apollo

Slide 17 - Mind map

Welk onderdeel kun jij zo toepassen in jouw lessen?
Schooltaal-woorden
Lesje Woordenboek
Zinsontleden
Leesvaardigheid
Moeilijke woorden
Iets anders?

Slide 18 - Poll

TELEFOON WEG !

POWERPOINT
TAALBELEID

Slide 19 - Slide