Geef in de volgende situaties aan of er sprake is van: nivellering, denivellering of geen van beide. Verklaar steeds je antwoord.
Jari verdient € 20.000. Ronald verdient € 40.000. Beiden krijgen een loonsverhoging van € 1.000
Nivellering, omdat Jari er in verhouding (5%) (1000/20.000 x 100) meer op vooruitgaat dan Ronald (2,5%) (1000/40.000 x 100)