A & B: écouter & lire (chiffres jusqu'à 1000).

h21: jeudi, le 6 février 2025.
h22: vendredi, le 7 février 2025.
But: Ik kan een gesprek over winkelen begrijpen.
          Ik ken woorden over winkelen en kleding en kan deze gebruiken.
          Ik kan een tekst over sneakers lezen.
          Ik kan de getallen tot en met 1000 gebruiken.

Getallen tot en met 1000.
Zelfstandig werken.


1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

h21: jeudi, le 6 février 2025.
h22: vendredi, le 7 février 2025.
But: Ik kan een gesprek over winkelen begrijpen.
          Ik ken woorden over winkelen en kleding en kan deze gebruiken.
          Ik kan een tekst over sneakers lezen.
          Ik kan de getallen tot en met 1000 gebruiken.

Getallen tot en met 1000.
Zelfstandig werken.


Slide 1 - Slide

Wat valt je op aan de
getallen 21, 31 en 71?
pag: 168.

Slide 2 - Open question

de getallen
de getallen 0 t/m 1000
in het Frans

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Ken je de getallen nog?

Slide 5 - Slide

Combine les nombres 11 à 20 correctement.
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
onze
vingt
dix-huit
treize
quatorze
quinze
seize
dix-sept
douze
dix-neuf

Slide 6 - Drag question

Onthoud ze goed!
De getallen 0 tot 20 moet je goed kennen. Deze heb je nodig om grotere getallen ( zoals bijvoorbeeld 53) te kunnen maken.

Je begint altijd met het grootste getal ( dus 50) en dan het kleinste ( dus 3)
cinquante-trois.

Slide 7 - Slide

De tientallen
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante
70 = soixante-dix ( 60 + 10)
80 = quatre-vingts ( 4 x 20 )
90 = quatre-vingt-dix ( 4 x 20 + 10)
100 = cent
1000 = mille

30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante
70 = soixante-dix ( 60 + 10)
80 = quatre-vingts ( 4 x 20 )
90 = quatre-vingt-dix ( 4 x 20 + 10)
100 = cent


De tientallen

Slide 8 - Slide

COMBINEZ:
60
70
80
90
50
40
soixante-dix
quatre-vingt-dix
quatre-vingts
quarante
cinquante
soixante

Slide 9 - Drag question

Let op:
 21 / 31 / 41 / 51 / 61 / 71 

schrijf je allemaal met het woord ET er tussen
vingt-et-un
trente-et-un
quarante-et-un
etc.

Slide 10 - Slide

cinquante-trois
(in getallen)

Slide 11 - Open question

trois euros quatre-vingt-quinze

Slide 12 - Open question

trente euros cinquante

Slide 13 - Open question

soixante-douze euros quarante-six

Slide 14 - Open question

39

Slide 15 - Open question

82

Slide 16 - Open question

539

Slide 17 - Open question

Combine!
Polynésie française
Canada
Madagascar

Slide 18 - Drag question

Devoirs:

dmk A & B: ex 4 t/m 13.
lr: A & B & getallen. 

20/21-02: so ch3 (A t/m D & getallen)

Slide 19 - Slide