Flitsend rekenen

Flitsend rekenen
Mis niks want in een flits is het voorbij
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DirectiesecretaresseMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Flitsend rekenen
Mis niks want in een flits is het voorbij

Slide 1 - Slide

Hoe noemen we dit getal?
'0,12'
A
Twaalf
B
Twaalf tiende
C
Twaalf honderdste
D
Twaalf duizendste

Slide 2 - Quiz

Achmed heeft een kamer van 3 meter breed en 4 meter lang. Wat is de oppervlakte van zijn kamer?
A
14 m²
B
12 m²
C
58 m²
D
7 m²

Slide 3 - Quiz

Floor koopt nieuwe eyeliner. De eyeliner kost €7,99, maar ze krijgt 25% korting. Hoeveel moet ze betalen?
A
€7,74
B
€5,99
C
€2,25
D
€10

Slide 4 - Quiz

Ysanne gaat op vakantie! Zij gaat van 20-12 tot en met 30-12 weg.
Per nacht moet zij 25 euro betalen. Wat betaalt Zij in totaal?
A
€35
B
€250
C
€275
D
€1500

Slide 5 - Quiz

Ramona heeft 5 flessen wijn gekocht voor haar feestje. Elke fles heeft 75 cl. Hoeveel liter heeft ze?
A
0,375 liter
B
5 liter
C
3,75 liter
D
37,5 liter

Slide 6 - Quiz

Marije koopt een treinkaartje naar Amsterdam voor haar en een vriendin. 1 treinkaartje kost €23,22. Marije betaalt contant voor beiden. Hoeveel moet zij afgerond betalen?
A
€46
B
€46,40
C
€46,45
D
€36,44

Slide 7 - Quiz

Sinthuja gaat laminaat leggen in haar kamer. Haar kamer is 5 bij 4 meter. Met 1 pak laminaat kan zij
1,10 m² leggen. Hoeveel pakken heeft zij nodig?
A
16
B
17
C
22
D
19

Slide 8 - Quiz

Oei, Phileine heeft zich verslapen! Daarom fietst ze éxtra hard. Ze fietst de 3 km naar school in 6 minuten. Hoeveel kilometer per uur fietst zij?
A
36 kilometer per uur
B
240 kilometer per uur
C
30 kilometer per uur
D
24 kilometer per uur

Slide 9 - Quiz

Op schaal! Valicia tekent een huis. Het huis is in het echt 10 meter hoog, maar Luwam tekent het huis op een schaal van 1:50. Hoe hoog is het huis op Luwam haar tekening?
A
20 centimeter
B
500 centimeter
C
1000 centimeter
D
60 centimeter

Slide 10 - Quiz

Wat is het foute cijfer in dit rijtje?
2 - 3 - 5 - 8 - 13 - 21 - 32 - 55
A
21
B
8
C
32
D
13

Slide 11 - Quiz

Joëlle heeft 32 snoepjes opgegeten. Dat is 80% van alle snoepjes. Hoeveel snoepjes waren er in totaal?
A
36
B
24
C
40
D
50

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide