Organogram

Loopbaan
1 / 36
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Loopbaan

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
VANDAAG
09.00 Utopia 2 & 3
09.55 Gym 
11.00 Quintalle
12.30 SLB organogram / Facet toets NL!
13.30 Zelfstandig werken
14.15 Gesprek 1
14.30 Gesprek 2
14.45 Gesprek 3


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Burgerschap 
WAT: Utopia opdrachten 1, 2 & 3
HOE: In Word op computer, zie blz. 30 
HULP: Samen lezen NU vragen stellen
TIJD: 45 minuten (MOET VOOR KERST AF!)
UITKOMST: Lever in via TEAMS
KLAAR: Ga werken aan rekenen of Numo.nl

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vorige week?


Bedrijfscultuur

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Schrijf - Denk - Wissel
Product, dienst, profit, non-profit, particulierbedrijf, overheidsbedrijf, functie en taken.
timer
4:00
timer
2:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Product, dienst, profit, non-profit, particulier- of overheidsbedrijf.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Organogram invoegen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Mag ook van werkplek of sportclub.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheid

Doorzetter? 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
timer
5:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
timer
5:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Solliciteren
  • Ik heb geoefend voor mijn examen solliciteren
  • Ik kan benoemen welke onderdelen er tijdens mijn examen belangrijk zijn 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je doen?

  • Noem minstens 2 kwaliteiten 
  • Stel minimaal 2 vragen 
  • Active lichaamstaal + GEEN pet oid 
  • Oefen de voorbeeld vragen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

....

  • Noem minstens 2 kwaliteiten 
  • Stel minimaal 2 vragen 
  • Active lichaamstaal + GEEN pet oid 
  • Oefen de voorbeeld vragen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

....

  • Noem minstens 2 kwaliteiten 
  • Stel minimaal 2 vragen 
  • Active lichaamstaal + GEEN pet oid 
  • Oefen de voorbeeld vragen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

SLB REFLECTEREN

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

HELP? 
Wat zijn de regels voor een verslag eigenlijk? 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe doe je dat ook al weer?

Slide 20 - Slide

Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.
Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.
Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.
Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.
Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.
Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.
Denk aan:
Samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op lezer
Woordgebruik 
Grammatica, spelling en leestekens
Leesbaarheid / lay-out 

Slide 21 - Slide

Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.
Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.
Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.
Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.
Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.
Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.
Reflectie op mijn stage week
WAT: Maak een verslag van je eerste stage week of stage zoeken
HOE: In Word, beantwoord alle vragen in je verslag!!!
HULP: Kijk in je boek blz. 68/ 69 of vraag docent
TIJD: 30 minuten en anders thuis afmaken
UITKOMST: Verslag is af inleveren via teams! 
KLAAR: Werk aan Rekenen of Numo

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend?
Reflecteren
Modellen 
Reflectiemethode 
Korthagen
Functioneren
Bij sturen
Stapsgewijs 
Systematisch 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Pen en papier
Mij helpen!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat wil jij graag in een winkel?
Wat wil je niet?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat wil jij graag bij je thuis? Denk aan: installatiemonteur, schilder of loodgieter? 
Wat wil je niet?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat wil jij graag voor je eigen kind? Denk aan: Peuterspeelzaal, basisschool.
Wat wil je niet?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat wil jij graag voor je spullen? Denk aan: fietsenmaker, garage, telefoon of computer reparateur? 
Wat wil je niet?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Maak opdracht op blz. 12
Klaar leg op mijn bureau :)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Waar haal je het vandaan?

Maak woordspin 
timer
10:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Geef tip en top

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

Wat vonden jullie van de les?
0100

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Lesdoel
Ik weet wat mijn verantwoordelijkheden zijn en kan daar op reflecteren

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Complimenten en bedankjes

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

STAGE BOEKJE!
Ik maak aantekeningen over belangrijke stage zaken en bewaar deze zodat ik ze terug kan lezen.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

 Burgerschap Utopia opdracht 1!




Klaar? 
Nederlands en Rekenen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions