What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2AH - 19/9 - le passé composé - c.1
Bienvenue
Assieds-toi
(ga zitten)
Prends tes affaires
(pak je spullen)
Ton iPad est éteint
(je iPad is uit)
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bienvenue
Assieds-toi
(ga zitten)
Prends tes affaires
(pak je spullen)
Ton iPad est éteint
(je iPad is uit)
Slide 1 - Slide
Aujourd'hui
Grammaire
Lundi 19 septembre
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
J'ai
tu as
il a
elle a
on a
nous avons
vous avez
ils ont
elles ont
ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
men heeft/we hebben
wij hebben
jullie hebben/ u heeft
zij hebben
zij hebben
Slide 6 - Slide
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. a
B. ont
C. a
D. avez
E. as
F. avons
1. nous
2. tu
3. ils
4. on
5. vous
6. elle
Slide 7 - Drag question
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij hebben
C. men heeft
D. jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu as
3. ils ont
4. on a
5. vous avez
6. elle a
Slide 8 - Drag question
Oefenen met Verbuga
Ga naar:
www.verbuga.eu
werkwoord: avoir
tijd: present
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Voltooide tijd =
Passé Composé
Ik
heb
gedanst
= J'
ai
dansé
Slide 11 - Slide
Passé composé bestaat uit:
1. een vorm van
AVOIR
(hebben)
2. een
voltooid deelwoord
Slide 12 - Slide
2. Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER, eindigt altijd op " É "
J'
ai
parlé
(parler = praten)
= Ik
heb
gepraat
On
a
chanté
(chanter = zingen)
= We
hebben
gezongen
Slide 13 - Slide
Zet in de passé composé
ils (regarder)
A
a regardé
B
ont regardé
C
avons regardé
D
sont regardé
Slide 14 - Quiz
Zet de zin in de passé composé
Kim et Sophie (aller) au supermarché
A
ont allé
B
ont allés
C
sont allés
D
sont allées
Slide 15 - Quiz
Zet in de passé composé
ils (commencer)
A
ils ont commencé
B
ils sont commencé
Slide 16 - Quiz
Zet de zin in de passé composé
Nous (jouer)... au foot
A
Nous avons joue au foot.
B
Nous a joué au foot.
C
Nous avez joué au foot.
D
Nous avons joué au foot.
Slide 17 - Quiz
En 2010, elle (habiter) __________ en France.
Slide 18 - Open question
Jules (trouver) ________ ses jeans
Slide 19 - Open question
Tu (passer) ___________ de bonnes vacances?
Slide 20 - Open question
Oefenen in het boek
Maak nu:
opdracht 16a, d + e
opdracht 17
blz. 32, 33 + 34
(steropdracht = vwo)
Slide 21 - Slide
Oefenen met Verbuga
Ga naar:
www.verbuga.eu
werkwoorden: (zie hiernaast)
tijd: passé composé
avoir
être
faire
aimer
chercher
donner
essayer
parler
regarder
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
More lessons like this
2AH - 19/9 - le passé composé - c.1
July 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2AH -bron D - c.1 6e ed - 23/9
September 2024
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,4
2HA+2AHA - GRAMMATICA - c.1
May 2023
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Regelm. ww op -er présent + p.c.
January 2021
- Lesson with
33 slides
Frans
Enseignement Secondaire
Herhaling Avoir & Etre
October 2023
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Le passé composé HV2
February 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Passé composé op -er met avoir of être
November 2022
- Lesson with
15 slides
Frans
Enseignement Secondaire
Havo 4 Chapitre 1 Grammaire A
August 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4