Future tense will/going to

Welcome B2C
English class
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome B2C
English class

Slide 1 - Slide

Startklaar
  1. Ga gelijk op je plek zitten.
  2. Laptop opstarten en daarna opzij zetten.
  3. Boek b, map & pen op tafel
  4. Plaats je mobiel in zakkie op tafel.
  5. Rustig wachten tot de les start.

  

timer
2:00

Slide 2 - Slide

Ali
Rodi
Galen
Mark
Merve
Kostya
Maya
Semret
Leeg
Eymen
Sanjena
Ebrahim
Correy
Eva
Jenaf
Karam
Kaan
Maria
Maua
Rumyana Y
Leeg
Rumyana E
Ivan
Docent

Slide 3 - Slide

Afspraken
Verwachtingen tijdens de les: 
  1. Actief meedoen tijdens de les
  2. Stemvolume blijft laag. Dus niet schreeuwen en hard praten.
  3. Seintje: Rode lamp & "aandacht": iedereen is stil en luisteren
  4. Respect tonen en naar elkaar luisteren
  5. Lesafsluiting: niet opruimen
  6. Lokaal netjes achterlaten

Slide 4 - Slide

Lesson goals

By end of this class:
  1. I can write about the future.




Slide 5 - Slide

What are you going to do?

  1. Introductie periode 4 & doelen
  2. Writing sentences about your future plans.
  3. Future tense: "will, is going to, present simple" uitleg
  4. Practice using future tense "will"
  5. Exit ticket



Slide 6 - Slide

Periode 4 doelen
  • I can write about the future
  • I can watch for specific information in a clip about the city Belfast.
  • I can use words about shopping.
  • I can understand the message in a text
  • I can ask for information in a shop and I can order products online.
  • I can use plurals to talk about more than one thing.
  • I can ask simple questions and answer simple questions about public transport.

Slide 7 - Slide

Periode 4 PTO
  • Hoofdstuk 4 vocabulary (woordjes) blz. 48 - 49
  • Hoofdstuk 4 stones 10, 11 en 12 blz. 50
  • Future tense - present simple blz. 43, will & going to blz. 42  en ook blz. 51
  • Vaardigheiden oefenen in de les: schrijven, lezen & luisteren



Slide 8 - Slide

Future tense:
write sentences to talk
about things happening in
the future.

Slide 9 - Mind map

THE FUTURE TENSE :
(will / (am/is/are) + going to / present simple)

Slide 10 - Slide

Future tense/ toekomende tijd
3 manieren:
  1. will (aanbieden/beloven/aankondigen/voorspellen)
  2.  (am/is/are) + going to (iets van plan zijn/bewijs dat het gaat gebeuren)
  3.  present simple (vaste tijden/ roosters/ dienstregelingen/ reisschema's)

Slide 11 - Slide

Future tense / Toekomende tijd met will
(iets aanbieden, beloven, aankondigen, voorspelling)
  • Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. In het Nederlands gebruik je vaak zal of zullen:
  • Grammaticaregel: will + hele werkwoord
Bijvoorbeeld:
  • In the future people will travel to the moon by shuttle bus. (Voorspelling)
  • I will call you right back, I promise. (Beloven)
  • I will help you with your homework. (Iets aanbieden)
  • I will reach home at 9 pm. (aankondigen)

Slide 12 - Slide

Toekomende tijd met to be going to 
(iets (van plan om te) gaan doen of bewijs dat het gaat gebeuren)
Gebruik je om te zeggen dat je iets van plan bent. In het Nederlands gebruik je vaak gaan:
  • I am going to do some shopping this afternoon.
  • They are going to  play tennis tomorrow.

Je gebruikt to be going to ook als je zeker weet dat iets gaat gebeuren omdat je er bewijs voor hebt.
  • Look at those dark clouds! It is going to rain.
  • My aunt is pregnant. She is going to have a baby.

Slide 13 - Slide

Toekomende tijd met present simple 
(vaste tijden, roosters, dienstregelingen en reisschema's)
Gebruik je voor:
vaste tijden / roosters / dienstregelingen / reisschema's

  • The train leaves at four.
  • School starts at 8:25
  • At 11 o'clock we have a break.
  • The shops close early on Saturday

Slide 14 - Slide

Future tense: will
I think that the weather .............. fantastic tomorrow. (to be)

Slide 15 - Open question

Future tense: will
Sure! I ................ you a slice of pizza. (to get)

Slide 16 - Open question

Future tense: will
Write sentences using the clues:
(nice day/ tomorrow)

Slide 17 - Open question

Future tense: will
Write sentences using the clues:
(hope/ come/ my party/ next weekend)

Slide 18 - Open question

Future tense: will
Write sentences using the clues:
(Jim/ says/ help us)

Slide 19 - Open question

Wat heb je geleerd?
Waarover ging de les?

Slide 20 - Mind map

Terugkijken naar de les
  • Wat heb je vandaag geleerd?
  • Heb je een vraag over iets dat je niet zo goed hebt begrepen.
  • Evaluatie: hoe is de les gegaan
  • Periode 4: Hoofdstuk 4 shopping BOEK B meenemen

Slide 21 - Slide

Homework
Oef. 56 a & b, 58, 59 a & b
Blz. 42-45

Slide 22 - Slide