HV1 - Ordinal numbers

Wat zijn rangtelwoorden?
(Ordinals)
1 / 13
next
Slide 1: Mind map
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat zijn rangtelwoorden?
(Ordinals)

Slide 1 - Mind map

 Wat zijn rangtelwoorden?

Rangtelwoorden (ordinal numbers) gebruik je om een volgorde aan te geven.


Slide 2 - Slide

Een rangtelwoord maak je (bijna !) altijd door er   
-th achter te zetten.
Voorbeeld:

Four  -  Fourth 
Six  -   Sixth
 Seven  -  Seventh 
sixteen - sixteenth

Slide 3 - Slide

Uitzonderingen:
First - Second - Third (en twenty-first, thirty-second, etc.).
five - fifth 
eight - eighth
nine - ninth
twelve - twelfth
twenty - twentieth
(thirty - thirtieth, forty -  fortieth enz..)

Slide 4 - Slide

Zet de volgende getallen om in rangtelwoorden:
1. one 2. eight 3. three

(Let op! Geef antwoord als volgt: 1= ..... 2=..... 3=......)

Slide 5 - Open question

When is it the turn of the man with the hat?
A
first
B
second
C
third
D
fourth

Slide 6 - Quiz

When is it the turn of the man with the red book?
A
second
B
third
C
fourth
D
fifth

Slide 7 - Quiz

When is it the turn of the lady with the black bag?
A
first
B
second
C
third
D
fourth

Slide 8 - Quiz

Fill in the correct ordinal
76th

Slide 9 - Open question

Fill in the correct ordinal
100th

Slide 10 - Open question

Fill in the correct ordinal
5th

Slide 11 - Open question

Ik kan de rangtelwoorden herkennen en toepassen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
helemaal niet

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Link