This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Examen Nederlands
VMBO 4 KB
Slide 1 - Slide
Examen Nederlands
Slide 2 - Mind map
Inhoud van het examen
Leesvaardigheidje krijgt teksten met daarbij vragen die je moet beantwoorden.
Samenvattenje moet een samenvatting schrijven.
Tekst schrijven je moet een artikel of brief schrijven.
Slide 3 - Slide
Wat neem je mee?
Woordenboekverklarend woordenboek Nederlands.
Penbest logisch toch :)
Markeerstiften handig voor de samenvatting!
Slide 4 - Slide
Leesvaardigheid
Er zijn een aantal teksten die je moet lezen. Daarna beantwoord je zowel open vragen als meerkeuzevragen.
Let op! Soms begint het examen met een tekst die je 'zoekend' moet lezen. Hierbij lees je eerst de vragen en zoek je informatie op in de tekst (je hoeft de tekst dus niet helemaal te lezen!).
Slide 5 - Slide
Stappenplan
Fase 1 Oriënterend lezen
Bekijk titel, tussenkopjes, afbeeldingen & bron
Bedenk voor jezelf wat het onderwerp is en wat je er al van weet.
Lees de eerste en laatste alinea.
Bedenk voor jezelf hoe de tekst ongeveer in elkaar zal zitten.
Slide 6 - Slide
Stappenplan
Fase 2 Intensief lezen
Lees de vragen.
Lees iedere alinea, omcirkel signaalwoorden en onderstreep de kernzin.
Fase 3 Vragen beantwoorden
Lees de vraag nogmaals.
Is het een open vraag of meerkeuzevraag?
Slide 7 - Slide
Open vragen
Leg uit/verklaar
geef een uitleg in eigen woorden.
Noem twee... / Welke twee...
schrijf 2 dingen op.
Niet meer, niet minder.
Citeer een zin
letterlijk overschrijven uit de tekst.
"Eerste twee ... laatste twee." (r. 23)
Slide 8 - Slide
Meerkeuze
Lees eerst alleen de vraag.
Lees nog een keer het tekstgedeelte.
Zoek in de tekst zelf het antwoord op de vraag.
Vergelijk jouw antwoord met de antwoorden bij de vraag.
Slide 9 - Slide
Doel
Wat wil de schrijver bereiken bij de lezers?
Voorbeelden van tekstdoelen:
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Slide 10 - Slide
Wat is het tekstdoel van een advertentie?
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren
Slide 11 - Quiz
Wat is het tekstdoel van een krantenartikel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren
Slide 12 - Quiz
In een overtuigende tekst vind je vooral...
A
feiten
B
meningen
C
feiten & meningen
Slide 13 - Quiz
In een informerende tekst vind je vooral...
A
feiten
B
meningen
C
feiten & meningen
Slide 14 - Quiz
Feiten & meningen
Slide 15 - Slide
"Het mooiste gevoel voor mij is als het busje van de postbode komt aanrijden", aldus sneakerfreak Mathijs (18).
A
Feit
B
Mening van de schrijver
C
Mening van een ander
Slide 16 - Quiz
De sneaker uit 2005 is ontworpen door de Nederlandse Piet 'Parra' Jansen.
A
Feit
B
Mening van de schrijver
C
Mening van een ander
Slide 17 - Quiz
Waar de één duizenden euro's betaalt voor een afgetrapt paar sneakers, wil ik er nog niet dood in gevonden worden.
A
Feit
B
Mening van de schrijver
C
Mening van een ander
Slide 18 - Quiz
Hoofdgedachte
Stel jezelf de volgende vraag:
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
De hoofdgedachte staat vaak in de inleiding of het slot.
Slide 19 - Slide
Tekstverbanden
Vragen over tekstverbanden:
Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?
Wat is de functie van alinea 5 ten opzichte van alinea 5?
Belangrijk = ken de verbanden + signaalwoorden!
Slide 20 - Slide
Tegenstelling
Oorzaak-gevolg
Voorwaarde
Reden
toch
echter
hoewel
indien
tenzij
wanneer
daardoor
doordat
omdat
namelijk
immers
Slide 21 - Drag question
Slide 22 - Slide
Samenvatting
Geleide samenvatting
Slide 23 - Slide
Stappenplan
Lees de opdracht goed door en bekijk welke punten in je samenvatting terug moeten komen.
Maak vragen van de punten.
Lees de tekst.
Markeer de antwoorden in de tekst.
Maak een lopend verhaal van de gemarkeerde antwoorden.
Slide 24 - Slide
Wat doe je wanneer je klaar bent met je samenvatting?
Slide 25 - Open question
Beoordeling
Inhoud
Conventies: lopend verhaal - géén telegramstijl
Taalgebruik: spelling, formulering & interpunctie (leestekens) worden niet beoordeeld.
Slide 26 - Slide
Schrijfopdracht
Voorbeelden van schrijfopdrachten zijn:
zakelijke brief
artikel
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Stappenplan
Lees de opdracht door (situatiebeschrijving en opdracht).
Wat is het tekstdoel en het publiek?
Markeer gegevens in de tekst en situatiebeschrijving die je in de tekst moet verwerken.
Schrijf de tekst en markeer de punten in de opdracht als je ze opgeschreven hebt.
Werk in de volgorde die de opdracht aangeeft.
Slide 29 - Slide
Sleep de onderdelen van de brief in de juiste volgorde.