2mha 3-10-2023 - LV H3 tekstverbanden en signaalwoorden

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (log alvast in in LessonUp.App)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (log alvast in in LessonUp.App)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen
Verder met H3 LV (blz. 64)




Huiswerk maandag 7 oktober
Hoofdstuk 3, Lezen: 
opdrachten 1, 2 en 4

Slide 2 - Slide





Na deze lessen kun je
  • opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Doel

Slide 3 - Slide

Een opsommend tekstverband =
A
Die een tegenstelling laten zien
B
Een tekstverband op tijdvolgorde
C
Zaken die opeenvolgend genoemd worden
D
Tekstverband die uitleg geeft.

Slide 4 - Quiz

Signaalwoorden opsomming
A
ten eerste, ten tweede, ook, verder
B
maar, echter, toch, tegenover
C
bijvoorbeeld, zo, zoals

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een opsomming?
A
Het vermoeden was er al, maar iemand heeft het toch gecontroleerd.
B
Mensen in Nederland zijn meer gaan snoepen.
C
Vooral winegums, drop en chocolade zijn erg lekker.
D
Geen van deze antwoorden is een opsomming.

Slide 6 - Quiz

Wat is een tegenstellend verband?
A
Geeft een aantal zaken aan die bij elkaar horen.
B
Geeft een aantal zaken aan die op volgorde van tijd plaatsvinden.
C
Geeft een aantal zaken aan die als voorbeeld worden genoemd.
D
Geeft aan dat zaken worden genoemd die elkaars tegenovergestelde zijn.

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor

Slide 8 - Quiz

Welke zin is een tegenstelling?
A
Ik houd erg van fruit, zoals appels en peren.
B
Ik heb me verslapen en bovendien had ik een lekke band.
C
Ook al had ik goed geleerd, toch had ik een slecht cijfer.
D
Ik lust fruit, snoep, kaas en erwtensoep.

Slide 9 - Quiz

Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden
  • Opsomming - signaalwoorden: ten eerste, ten tweede (e.d.), om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte.
  • Opsomming - tekens: dubbele punt, liggende streepjes, getallen of dots.
  • Opsommend verband

Slide 10 - Slide

  • Tegenstelling - signaalwoorden: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant...aan de andere kant.
  • Tegenstellend verband

Slide 11 - Slide

Bespreken opdracht 1

Slide 12 - Slide

Wat:
H3 LV (blz. 64): ga verder met opdracht 2  

Hoe:
Alleen 





Klaar?
Ga verder met opdracht 4. Heb je die ook af, dan maak je de ster-opdrachten 3 en 5.





Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
1:00

Slide 13 - Slide




Je kunt 
  • opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Doel

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Maandag 7 oktober
Maken:
H3 LV (blz.  64): opdrachten 1, 2 en 4




Toets LV H1 t/m H3:
11 oktober

Slide 15 - Slide