Lezen Blok 6 TL Leerjaar 2

Lezen Blok 6 TL
Doelen: 
  • Je hebt de lesstof van blok 1 t/m 5 herhaald

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lezen Blok 6 TL
Doelen: 
  • Je hebt de lesstof van blok 1 t/m 5 herhaald

Slide 1 - Slide

Lezen zakelijke teksten

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen een mening en een argument?

Slide 3 - Open question

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

Slide 4 - Open question

Objectief vs subjectief
In een subjectieve tekst geeft de schrijver zijn mening.

In een objectieve tekst geeft de schrijver feiten.

Objectief --> Feiten
Subjectief --> Meningen

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 6 - Open question

Ingezonden brief
Een ingezonden brief vind je vooral in een krant. De lezer geeft zijn mening over een actueel onderwerp.

Slide 7 - Slide

Welk tekstdoel hoort bij een ingezonden brief?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 8 - Quiz

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken zijn belangrijke dingen --> Staan vaak in de inleiding of in het slot.

hoofdgedachte --> ALTIJD een hoofdzaak

Hoofdzaken zijn --> Conclusie, een onderzaaksvraag of de mening van een deskundige. 

Slide 9 - Slide

Bijzaken


- Uitleg
- een voorbeeld
- een instructie

Slide 10 - Slide

Wat is een samenvatting?

Slide 11 - Open question

Samenvatten
Hoofdgedachte

conclusies

antwoord op een vraag

Slide 12 - Slide

Hoofdgedachte 
Het belangrijkste wat de schrijver zegt over het onderwerp in één zin.

Slide 13 - Slide

Wat is het verschil tussen een titel en tussenkopjes?

Slide 14 - Open question

Voetbal -- titel
 Scheidsrechter ---- tussenkopje
..................................................
 VAR
........................................
Clubs
............................................

Slide 15 - Slide

Verbindingswoorden

Slide 16 - Slide

Wat is een verbindingswoord?
Verbindingswoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s.

Slide 17 - Slide

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 18 - Slide

Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 19 - Slide


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Maak de opdrachten die klaarstaan in het digitaal lesmateriaal, Lezen Blok 6

Klaar? 
  • Alles af van de vorige les? 
  • Bijspijkeren 

Slide 21 - Slide