1.3 De Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.3
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

De Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.3

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij   onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
  • Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en   uitleggen dat dit een totale oorlog was.
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa   had.

Slide 2 - Slide

Oorzaken WO1
  1. Nationalisme
  2. Modern imperialisme
  3. Militarisme
    = het verheerlijken van oorlog en geweld 
  4. Wapenwedloop
  5. Bondgenootschappen 
    Geallieerden vs. Centralen
  6.  Franse revanche

Slide 3 - Slide

De aanleiding
De moord op de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand
--> kettingreactie:
  1. Oostenrijk-Hongarije verklaart Servië de oorlog
  2. Rusland verklaart oorlog aan OH
  3. Duitsland verklaart oorlog aan Rusland
  4. Frankrijk en Engeland raken betrokken als bondgenoot van Rusland 


 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Het begin van de oorlog
  • Veel enthousiasme
  • Veel vrijwillige aanmelding
  • Verwachting van een korte
      oorlog

Back home by Christmas

Slide 6 - Slide

Von Schlieffenplan
Duitsland werd aan twee
kanten omringd door de vijand.
--> Von Schlieffen-
plan
: Frankrijk in 6 weken
bezetten door een verrassings-
aanval via België. 



Slide 7 - Slide

Von Schlieffenplan: mislukt
  1. België bood meer weerstand dan verwacht
  2. Rusland was eerder gemobiliseerd dan verwacht en viel aan in het oosten

De oorlog kwam aan het westfront tot volledige stilstand:
er ontstond een loopgravenoorlog.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Bekijk de prent.
Onder de afbeelding staat

Au revoir!
Duitsland: Vaarwel, madame, en als ––
Frankrijk: Ha! Wij zullen elkaar wederzien!

  1. Wat zie/lees ik?
  2. Wie/wat herken ik?
  3. Waarop heeft de prent betrekking?
  4. Waarom is de prent gemaakt?
  5. Hoe is de maker beïnvloed door zijn tijd, plaats en achtergrond (standplaatsgebondenheid)

Slide 11 - Slide

  1. Wat zie/lees ik?
    Ik lees dat Frankrijk denkt dat ze Duitsland op een later moment weer tegenkomen
  2. Wie/wat herken ik?
    Ik herken links Duitsland en rechts Frankrijk 
  3. Waarop heeft de prent betrekking?
    Op de Frans-Duitse oorlog 
  4. Waarom is de prent gemaakt?
    Om aan te tonen dat Frankrijk nog wraak wilt 
  5. Hoe is de maker beïnvloed door zijn tijd, plaats en achtergrond 
    tijd: 1873 
    plaats: De auteur is waarschijnlijk Frans
    achtergrond: De auteur staat waarschijnlijk aan de kant van Frankrijk

Slide 12 - Slide

Bekijk de prent.
Onder de afbeelding staat

Au revoir!
Duitsland: Vaarwel, madame, en als ––
Frankrijk: Ha! Wij zullen elkaar wederzien!

  1. Wat zie/lees ik? 
  2. Wie/wat herken ik?
  3. Waarop heeft de prent betrekking?
  4. Waarom is de prent gemaakt?
  5. Hoe is de maker beïnvloed door zijn tijd, plaats en achtergrond (standplaatsgebondenheid)
Duitse legerhelm (Pickelhaube)
Marianne (symbool voor Frankrijk tijdens Franse Revolutie)

Slide 13 - Slide

De Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.3

Slide 14 - Slide

De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 15 - Quiz

In de Eerste Wereldoorlog ...
A
was Nederland neutraal
B
hoorde Nederland bij de Geallieerden
C
hoorde Nederland bij de Centralen

Slide 16 - Quiz

Een briefkaart uit de Eerste Wereldoorlog.

Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
is dit een voorbeeld?
A
Modern imperialisme
B
Nationalisme
C
Bondgenootschappen
D
Wapenwedloop

Slide 17 - Quiz

Wat zien we ook alweer als aanleiding van de Eerste Wereldoorlog?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Europese landen breiden hun imperium uit ten behoeve van de eigen industrie (modern imperialisme)
Europese landen sluiten bondgenoot-
schappen
Opkomst militarisme
Industriële wapenwedloop begint
Europa industrialiseert
Industrialisatie krijgt een boost door grondstoffen uit koloniën

Slide 20 - Drag question

Totale oorlog
= een oorlog waarbij de totale samenleving in teken staat van de oorlog

Voorbeelden:
  • dienstplicht voor alle mannen boven de 18
  • door grootschalige bombardementen worden burgers ook slachtoffer
  • vrouwen werkten in oorlogsindustrie of in de zorg voor gewonde soldaten 

= NIET hetzelfde als een wereldoorlog!!!

Slide 21 - Slide

Propaganda
Regeringen probeerden hun bevolking
te beïnvloeden met propaganda.
= Reclame voor politieke ideeën of voor een
persoon via massamedia, met als doel zoveel
mogelijk mensen te overtuigen.

  • Het eigen land/idee wordt verheerlijkt
  • of, de tegenstander wordt heel negatief 
     afgeschilderd.

Slide 22 - Slide

Aan het werk
Maak opgave 1 tot en met 7 van 1.3

Slide 23 - Slide

Het keerpunt van de oorlog: 1917
  1. De VS voegt zich bij de Geallieerden.
  2. In Rusland breekt een burgeroorlog uit
  3. Duitsland heeft geen tweefrontenoorlog meer
  4. De VS versterkt de Geallieerden enorm 

Duitsland kan niets anders dan overgeven.
Op 11-11-1918 wordt de wapenstilstand ondertekend. 

Slide 24 - Slide

Verdrag van Versailles
De wapenstilstand werd definitief gemaakt met het Verdrag van Versailles.
Duitsland:
  1. werd als schuldig verklaard 
  2. moest herstelbetalingen doen aan Frankrijk en Engeland
  3. moest grondgebied afstaan 
  4. moest het leger terugbrengen naar 100 000 man. 

Slide 25 - Slide

de dolkstootlegende

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

De Duitse keizer Wilhelm I vlucht naar Nederland na het Verdrag van Versailles

Slide 28 - Slide

Europa voor 1914
Europa in 1919

Slide 29 - Slide

Maken:

1.3

3, 6, 7, 9, 11 en 12

Slide 30 - Slide

aan het werk

Slide 31 - Slide