Bijeenkomst 2 - Herhaling methodiek + Opdracht ped Visie

Programma 
  • Lesdoelen
  • Terugblik pedagogische visie 
  • Terugblik methodieken 
  • Opdracht  
  • Afsluiting 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Programma 
  • Lesdoelen
  • Terugblik pedagogische visie 
  • Terugblik methodieken 
  • Opdracht  
  • Afsluiting 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 
  • Je kunt de geleerde theorie over
      pedagogische visies toepassen 
  • Je kunt de geleerde theorie over
     de verschillende methodieken
      toepassen 

Slide 2 - Slide

Oplossingsgericht werken 

"Het doel van oplossingsgericht werken is jongeren  in staat te stellen hun problemen zelfstandig of samen met mensen uit hun omgeving op te lossen. De hulpverlener gaat op methodische en gestructureerde manier met de cliënt in gesprek, waarmee de cliënt zijn autonomie versterkt."


Slide 3 - Slide

Kort gezegd: oplossingsgericht werken is... 
 een methodische en gestructureerde manier van bevragen van de cliënt zodat deze in staat is om:
  1. te bepalen wat zijn probleem is en een andere kijk daarop te ontwikkelen
  2. zich bewust te worden van zijn interne en externe hulpbronnen
  3. zijn doelen concreet en in detail te formuleren
  4. hoop en vertrouwen te ontwikkelen
  5. zelfbedachte stappen te zetten om de situatie te verbeteren
  6. zelf te bepalen wanneer hij zonder professionele hulp verder kan.

Slide 4 - Slide

Subdoelen (hoofddoel in stukjes)
1. de cliënt weet wat hij wil.
2. de cliënt weet hoe hij op eigen wijze kan bereiken wat hij wil.
3. de cliënt heeft hoop dat hij kan bereiken wat hij wil.
4. de cliënt onderneemt zelfgekozen stappen om te bereiken wat hij wil.

Resultaat: het oplossend vermogen is hersteld. Jongere is in staat om op eigen wijze (samen met mensen uit hun sociale context) hun probleem om te zetten naar een meer gewenste situatie.

Slide 5 - Slide

Solution talk 

Gesprekken om zicht te krijgen op de eigen kracht van de jongere. Je bespreekt: 
  • wat er goed gaat
  • wat hij al succesvol gedaan heeft
  • wat hij zich als nabije toekomst wenst
  • welke doelen hij daarvoor kan stellen
  • welke (kleine) stappen hij kan gaan nemen   
Praktijk (hoe pas je dit toe) 

  • Schaalvraag
  • Wondervraag 
  • Wat is lastig?
  • Wat is de wens?
  • Wat gaat er goed?
  • Hoe ziet de volgende stap eruit?
  • Wat is er nodig om de volgende stap te maken?


Slide 6 - Slide

Oefenen 
  • Drietal: hulpvrager,
      hulpverlener, observator. 
  • Kies een 'klein' probleem. 
  • Maak gebruik van solution talk. 
  • Observeer: geef terug wat je hebt
      gezien (schrijf op). 

 

Slide 7 - Slide

Competentie
model 
"Ontwikkelingstaken zijn vaardigheden die je in een bepaalde fase van je leven leert." 

Voorbeeld: rekening houden met anderen, aankleden, omgaan met emoties. 

Om een ontwikkelingstaak te kunnen volbrengen, moet je beschikken over vaardigheden. Voorbeeld: om vrienden te kunnen maken moet je beschikken over sociale vaardigheden. 

Slide 8 - Slide

Balans 
De samenwerking tussen vaardigheden en ontwikkelingstaken geven we weer in een balans. Als een kind over voldoende vaardigheden beschikt, is de balans in evenwicht.


Slide 9 - Slide

Competentie 
"Competentie is  de balans tussen taken en vaardigheden. Wanneer je de juiste vaardigheden bezit om taken goed uit te voeren staat de balans in evenwicht."

Hoe ziet dat er in de praktijk uit? 


Slide 10 - Slide

Disbalans 
Er zijn echter ook kinderen die niet genoeg vaardigheden hebben om de taken te volbrengen. Hun balans is niet goed. Door het ontbreken van die vaardigheden kunnen zij bijvoorbeeld gedragsproblemen laten zien.

  • Psychopathologie (ADHD)
  • Stressoren (thuissituatie, omgeving, gebeurtenissen)

Slide 11 - Slide

Verminderen probleemgedrag
  • Het vergroten van de vaardigheden en
      taken. 
  • Het versterken van de protectieve factoren.
  • Het verminderen van de (invloed
      van) stressoren en psychopathologie.

Slide 12 - Slide

Begeleiden 
  1. Negeren van ongewenst gedrag;
  2. Positieve feedback geven en een waarom;
  3. Een gedragsinstructie geven (voor het ongewenste gedrag);
  4. Het twee kolommen gesprek.

Slide 13 - Slide

Cognitief gedragsmatige benadering 
Inzicht krijgen in gedachtes en hoe dit invloed heeft op gedrag. 

De 5 G's staan centraal. 

Slide 14 - Slide

Systeemgericht werken 
"Bij systeemgericht werken kijk je niet naar de jongere als individu, maar naar de jongere en zijn gehele systeem" 

Een systeem is een verzameling van mensen die bij elkaar betrokken zijn. Bijv: gezin, hele familie, klas. 

Slide 15 - Slide

Visie systeemtheorie 
Je kunt problemen pas begrijpen en oplossen als je het systeem van de jongere betrekt. Gedrag staat niet op zichzelf, iedereen gedraagt zich anders in andere situaties (systemen). Om het gedrag te begrijpen en op te lossen, betrek je de belangrijke personen in het systeem om gezamenlijk de problemen aan te pakken. 

Bijv: probleemgedrag thuis, niet op school. Interactie in het systeem (thuis). Gezamenlijke oplossing. Gedrag - interactie - relaties. 

Slide 16 - Slide

Opdracht 1A 
  • Zoek drie hulpverleningsorganisaties op die hulp verlenen aan jeugdigen. 
  • Beschrijf bij iedere instelling volgens welke
      methodiek(en) zij werken. 
  • Beschrijf bij iedere instelling volgens welke
      pedagogische visie zij werken. 
  • Staan jullie achter deze visie?
      Beargumenteer je keuze met minimaal
      twee argumenten. 

Slide 17 - Slide

Opdracht 1B 
  • Jullie gaan een pedagogische visie schrijven voor een fictieve instelling.
  • Jullie gaan de pedagogische visie voor deze instelling schrijven. 
  • Dit doe je n.a.v. de uitgangspunten van de pedagogishce visie (zie sheet hiernaast)
  • Daarnaast beschrijf je met welke van de methodieken er gewerkt wordt en waarom. 
  • De visie is aantrekkelijk vorm gegeven: denk aan een flyer, poster, foto's, kleurgebruik waar uit blijkt wat voor soort instelling het is, welke visie er is en hoe dit tot uiting komt. 

Wees creatief, succes :) 

Slide 18 - Slide

Pedagogische visie 

  1. De inhoud van de opvoeding
  2. De pedagogische relatie ( hoe de volwassene omgaat met het kind)
  3. Het kindbeeld (de visie op het kind)
  4. Het doel van de opvoeding.
  5. Het middel van de opvoeding (hoe bereiken we het doel?)
  6. De voorwaarde voor opvoeding. (welke voorwaarden zijn hier voor nodig?) 

Slide 19 - Slide