3 vmbo-k 4.1 ordening: organismen ordenen

Thema 6: Ordening
6.1 organismen ordenen

1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6: Ordening
6.1 organismen ordenen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Leerdoelen vandaag.
  • Wat weet je al van ordening?
  • Nieuwe theorie: 6.1 organismen ordenen.
  • Zelf aan de slag.
  • Herhalen leerdoelen/korte quiz.

Slide 2 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- weet je wat ordenen betekent.
- weet je op basis waarvan organismen geordend worden.
- weet je in welke 4 rijken organismen worden ingedeeld en welke kenmerken hierbij belangrijk zijn.
- ken je de indeling van organismen in steeds kleinere groepen.
- weet je wat het verschil is tussen een soort en ras. 

Slide 3 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?  Maak 1 t/m 5 op blz. 226
Hoe? In volledige stilte.
Hulp? Je mag alleen het boek gebruiken. 
Tijd? Zes en een halve minuten. 
Uitkomst? Je weet al iets meer over ordening dan toen je de les binnen kwam. 
Klaar? Lees blz. 228,229.
timer
6:30

Slide 4 - Slide

Ordenen 
Ordenen is het indelen van organismen in groepen

Daarbij wordt gelet op gemeenschappelijke kenmerken.

Je kunt organismen onderverdelen in steeds kleinere groepen.

Slide 5 - Slide

Ezelsbruggetje
Rode Slangen Kunnen Op Freek's Gezicht Sabbelen 

Slide 6 - Slide

nieuwe theorie - rijken 
Het hoogste niveau bij het ordenen van organismen is: rijken. Alle organismen kan je onderverdelen in vier rijken:
1. Bacteriën
2. Schimmels
3. Planten 
4. Dieren

Slide 7 - Slide

Organismen worden ingedeeld in rijken door te kijken naar 4 kenmerken


1. aantal cellen
2. een celkern
3. celwand
4. bladgroenkorrels

Slide 8 - Slide

plantencel
1. aantal cellen
2. een celkern
3. celwand
4. bladgroenkorrels

Slide 9 - Slide

Dierlijke cel
1. aantal cellen
2. een celkern
3. celwand
4. bladgroenkorrels

Slide 10 - Slide

Schimmel
1. aantal cellen
2. een celkern
3. celwand
4. bladgroenkorrels

Slide 11 - Slide

Bacterie
1. aantal cellen
2. een celkern
3. celwand
4. bladgroenkorrels

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

nieuwe theorie - soort en ras
Organismen behoren tot dezelfde soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen.

Individuen van 1 soort kunnen tot verschillende rassen behoren: de Labrador en de Poedel zijn beide hondenrassen en behoren tot dezelfde soort, namelijk de hond.

Slide 14 - Slide

vragen
VRAGEN? 

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?  Lees blz. 228 t/m 231 en maak opgave 1 t/m 7 (-5)
Hoe?  Je mag fluisterend overleggen binnen je groep. 
Hulp? Kijk in je boek, vraag aan je buren steek daarna je vinger op. 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
- weet je wat ordenen betekent.
- weet je op basis waarvan organismen geordend worden.
- weet je in welke 4 rijken organismen worden ingedeeld en welke kenmerken hierbij belangrijk zijn.
- weet je wat het verschil is tussen een soort en ras. 
Klaar? Nakijken!
timer
5:00

Slide 16 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- weet je wat ordenen betekent
- weet je op basis waarvan organismen geordend worden
- weet je in welke 4 rijken organismen worden ingedeeld en welke kenmerken hierbij belangrijk zijn
- ken je de indeling van organismen in steeds kleinere groepen
- weet je wat een soort is en wat een ras is

Slide 17 - Slide

In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld?

Slide 18 - Open question

Wat zijn kenmerken van een bacterie?
A
eencellig, een celkern en een celwand.
B
eencellig, geen celkern, wel een celwand
C
meercellig, een celkern en een celwand
D
meercellig, geen celkern, wel een celwand

Slide 19 - Quiz

Hebben schimmels een celkern en/of een celwand?
A
celkern
B
celwand
C
zowel een celkern als een celwand
D
geen van beide

Slide 20 - Quiz

Wanneer behoren organismen tot 1 soort?

Slide 21 - Open question

huiswerk
opdracht 1 t/m 8 (blz. 158 werkboek)

Slide 22 - Slide