This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
organische stoffen
anorganische stoffen
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Schimmels gebruiken enzymen bij de vertering van een hondendrol. In de winter wordt een hondendrol op straat minder snel verteerd dan in de zomer.
Waardoor is dat verschil hier vooral te verklaren? 1 doordat de activiteit van enzymen afhangt van de temperatuur 2 doordat hun activiteit afhangt van de zuurgraad
A
door geen van beide
B
vooral doordat de activiteit afhangt van de temperatuur
C
vooral doordat de activiteit afhangt van de zuurgraad
D
door beide
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Voor de opbouw van welke voedingsstoffen gebruikt een plant nitraten?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
D
vitamines
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Welke stoffen bevatten de meeste energie?
A
Organische stoffen
B
Anorganische stoffen
Slide 45 - Quiz
Zijn mineralen anorganische stoffen of organische stoffen?
A
Organische stoffen
B
Anorganische stoffen
Slide 46 - Quiz
Voor de fotosynthese is water nodig. Welke andere stof wordt verbruikt bij de fotosynthese?
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
Slide 47 - Quiz
Op een vroege voorjaarsdag zitten een mus en een kikker naast elkaar in de zon. Beide dieren zijn even groot. Ze bewegen niet. Bij welk dier zal de grondstofwisseling het hoogst zijn?
A
Mus
B
Kikker
Slide 48 - Quiz
Bestaan organismen uit alleen organische stoffen, of ook uit anorganische stoffen?
A
Alleen organische stoffen
B
Uit organische en uit anorganische stoffen
Slide 49 - Quiz
Planten met bladgroen zijn in staat koolhydraten te vormen uit anorganische stoffen. Wat levert de planten de energie die voor dit proces nodig is?
A
Glucose
B
Licht
Slide 50 - Quiz
A
Slide 51 - Quiz
Kan fotosynthese voorkomen in alleen landplanten of ook waterplanten?