4e GT HV A 2e week wo(toetsje)

Wat betekent "poreus"?
"Een klant heeft poreus haar".
A
Beschadigd haar
B
Mooi haar
C
Prachtig haar
D
Vet haar
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat betekent "poreus"?
"Een klant heeft poreus haar".
A
Beschadigd haar
B
Mooi haar
C
Prachtig haar
D
Vet haar

Slide 1 - Quiz

Met vriendelijke groet,
je
Groetjes
Akkoord gaan
Oké?
Formeel
Informeel

Slide 2 - Drag question

Hoe noem je deze schaar?
A
effileerschaar
B
snijschaar
C
coupeschaar
D
verdeelschaar

Slide 3 - Quiz

Je gaat het haar invlechten. Om te zorgen dat de vlecht goed blijft zitten, gebruik je een haarverzorgingsproduct dat je vóór het vlechten in het haar aanbrengt.

Welk product gebruik je?
A
gel
B
haarlak
C
versteviger
D
wax

Slide 4 - Quiz

6. Haarverzorgingsproducten bestaan uit verschillende stoffen. Welke basisstof in haarverzorgingsproducten zorgt voor het sluiten van de haarschubben waardoor je gladde en zachte haren krijgt?
A
Alkalische stof
B
Basische stof
C
Hydrofiele stof
D
Synthetische stof

Slide 5 - Quiz

Yoke belt naar de kapsalon. Haar dochter Maaike heeft luizen. Maaike heeft erg dik en lang haar. Yfke heeft het haar van Maaike behandeld met de speciale luizenshampoo.

Welk haarverzorgingsproduct kan Yfke in het haar van Maaike doen, zodat Yfke na de shampoobehandeling gemakkelijker de luizen en neten uit het haar van Maaike kan kammen.
A
conditioner
B
mousse
C
versteviger
D
wax

Slide 6 - Quiz

Koppel de omschrijvingen in de rechterkolom aan de woorden in de linkerkolom.
geschubde laag
schors
merg
Is de middenlaag van het haar en bestaat uit langgerekte cellen.
Is het binnenste deel van het haar. Vanuit het merg worden de vetcellen gevormd.
Is de buitenste laag van het haar, de hoornlaag.

Slide 7 - Drag question

Wat betekent HAM-code?
A
Hilarische Arbeiden Milieu
B
Hygiëne Arbeidsomstandigheden Milieuzorg
C
Hygiëne Arbeiders Milieuzorgen
D
Hygiëne Arbeidsopstandige Milieuzorgen

Slide 8 - Quiz

Een kapster moet representatief zijn. Wat betekent ‘representatief’?
A
Dat je aardig en klantvriendelijk bent
B
Dat je de omgangsregels die gelden in het bedrijf kunt toepassen.
C
Dat je het bedrijf en alle medewerkers goed kent.
D
Dat je met je uiterlijk en gedrag laat zien dat je bij het bedrijf hoort.

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen een manicure en een pedicure?
A
Een manicure is voor de handen en een pedicure is voor de voeten.
B
Een manicure is voor voeten en een pedicure is voor handen.
C
Een manicure is voor vrouwen en een pedicure is voor mannen.
D
Een manicure is voor mannen en een pedicure is voor vrouwen.

Slide 10 - Quiz

Wat is belangrijk als je als schoonheidsspecialiste werkt?
A
Dat je geen sieraden om je handen en polsen draagt
B
Dat je nagels niet te lang zijn
C
Dat je haren in een staart zitten
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quiz