SLAG BIJ POITIERS: CONFRONTATIE TUSSEN HET CHRISTENDOM EN DE ISLAM
De Slag bij Poitiers is de geschiedenisboeken ingegaan als één van de grote confrontaties tussen het christendom en de islam. De Franken van Karel Martel versloegen in oktober 732 in Midden-Frankrijk een groot invasieleger uit het islamitische Spanje. Na deze nederlaag hebben de moslims nooit meer een grootschalige poging ondernomen om Frankrijk te veroveren.
De exacte locatie van de Slag bij Poitiers is niet precies bekend, maar algemeen wordt aangenomen dat de legers van de Frankische hofmeier Karel Martel en de Ummayyadische kalief Abdul Rahman Al Ghafiqi elkaar ontmoetten op de plaats waar de rivieren de Clain en de Vienne bij elkaar komen. Dit is het gebied tussen de steden Poitiers en Tours, waardoor de slag daarom ook wel wordt omschreven als de Slag bij Tours.
Islamitische invasie
Islamitische troepen van de dynastie van de Umayyaden vielen in 711 vanuit Marokko Spanje binnen, waarna zij vrij snel afrekenden met de Visigotische koninkrijken aldaar. Na de verovering van Spanje waagden de moslims zich al snel over de Pyreneeën, waarna zij verschillende steden in Zuid-Frankrijk innamen. Hier ondervonden zij in eerste instantie weinig tegenstand, tot zij bij de Slag bij Toulouse in 721 werden verslagen door Odo, hertog van Aquitanië. De Umayyaden lieten het hier echter niet bij zitten en versloegen Odo in 732 bij de rivier de Garonne. Hierna richtten zij zich op Tours, waar de Abdij van Sint Maarten een rijke buit beloofde.
Karel Martel
Hoewel Karel Martel in naam slechts de hofmeier, een soort van eerste minister, van het Frankische Rijk onder koning Theuderik IV was, was hij in de praktijk de leider van de Franken. Martel bewees zich bij verschillende veldtochten als een zeer bekwaam veldheer en hij was de eerste van de Frankische heersers die een staand leger had. Na het nieuws van de islamitische invasie liet hij zijn leger via kleine weggetjes optrekken naar het zuiden, zodat de verkenners van kalief Rahman niet door zouden hebben hoeveel troepen hij werkelijk onder zijn bevel had.
Verrassing
De binnenvallende islamitische troepen waren dan ook volkomen verrast dat zij een goed uitgerust leger van de Franken tegenkwamen op hun weg naar Tours. Rahman dacht dat Martel zich nog ergens in het noordoosten van Frankrijk bevond en was er sowieso van overtuigd dat de Franken geen leger hadden dat zijn troepen kon weerstaan. Door het verrassingseffect kon Martel het terrein kiezen waar zijn Frankische infanteristen het op moesten nemen tegen de cavalerie van de moslims. Hij maakte volop gebruik van dit voordeel, door zijn troepen tussen de bomen, aan de top van een heuvel op te stellen. Hierdoor moesten de gevreesde Ummayyadische cavaleristen heuvelop tussen de boom door manoeuvreren om bij de Franken te komen.
Patstelling
Nadat beide legers elkaar in oktober 732 tegenkwamen op het slagveld tussen Poitiers en Tours ontstond er een patstelling. Martel stelde ongeveer 30.000 Franken op, terwijl Rahman waarschijnlijk zo’n 50.000 cavaleristen in het veld bracht. Rahman was zich echter niet bewust van de gehele omvang van het Frankische leger, omdat het grotendeels verdekt tussen de bomen stond. In eerste instantie weigerden beide partijen om aan te vallen, maar aangezien het steeds kouder werd en de moslims hier niet op voorbereid waren, besloot Rahman na zeven dagen de aanval te openen.
Frankische falanx
Martels plan bleek goed te werken en de moslims konden het compact opgestelde Frankische leger niet verslaan. Zij voerden een groot aantal charges uit tussen de bomen, maar door een gebrek aan manoeuvreerruimte werden zij ook makkelijk door de Franken van hun paarden afgeslagen. De moslims kwamen enkele keren binnen in de Frankische falanx, maar werden daarna weer snel verdreven. Dit ging ook zo verder op de tweede dag van de slag, tot Martel een plan bedacht om de moslims af te leiden.
Aanval op het kamp
Hij liet een deel van zijn verkenners het kamp van de Ummayyaden aanvallen, waar de rijk beladen wagens met buit zich bevonden. Toen een deel van de islamitische troepen dit door had, draaiden zij zich om om hun geplunderde buit te beschermen. De rest van de moslims dacht dat zij zich terugtrokken, waarna chaos ontstond. In deze chaos werd kalief Rahman gedood door een speer in zijn hart, waarna alle moslims op de vlucht sloegen.
Terugtocht over de Pyreneeën
Hierna trok het leger van de Ummayyaden terug over de Pyreneeën. Zij hielden wel enkele Franse steden als Narbonne en Avignon in hun bezit, maar werden in de loop van de 8e en 9e eeuw steeds verder teruggedreven. Karels zoon Pepijn de Korte stichtte in 751 de Frankische dynastie van de Karolingen en diens zoon Karel ging later de geschiedenisboeken in als Karel de Grote.
Belang van de Slag bij Poitiers
Over het historische belang van de Slag bij Poitiers is de laatste eeuwen nogal wat discussie ontstaan. Klassieke historici als Edward Gibbon (1737-1794) zien de slag als een overwinning van het christendom op de islam, waarbij Karel Martel een islamitische invasie in West-Europa stopte. Verschillende hedendaagse historici zien de inval van de Ummayyaden slechts als een rooftocht en zijn van mening dat Rahman er helemaal niet op uit was om grote delen van Europa te veroveren. Volgens hen was de islamitische expansie al aan de grenzen van haar mogelijkheden gekomen.