3.4 X-chromosomale kruisingen

Planning
Herhaling 
Uitleg X-chromosomale kruisingen 

(Volgende week oefenen) 

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning
Herhaling 
Uitleg X-chromosomale kruisingen 

(Volgende week oefenen) 

Slide 1 - Slide

Zet in de juiste volgorde van
klein naar groot:
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
gen - chromosoom - DNA - cel
C
gen - chromosoom -cel - DNA
D
gen - DNA - chromosoom - cel

Slide 2 - Quiz

Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.

Slide 3 - Quiz

Stel een "Rus" konijn wordt gekruist
met een "Donker geel" konijn.
Alle nakomelingen zijn "Midden geel".
Hoe noemen we het fenotype
van deze nakomelingen?
A
een dominant fenotype
B
een recessief fenotype
C
een intermediair fenotype
D
een heterozygoot fenotype

Slide 4 - Quiz

Ik kan een kruisingsschema van een monohybride kruising maken en daar daar conclusies uit trekken over P, F1 en F2 .
A
Dit lukt mij zelden.
B
Wel kruisingsschema's, geen conclusies.
C
Het lukt even vaak wel als niet.
D
Het lukt mij meestal.

Slide 5 - Quiz

Een halflangharige cavia heeft een intermediair fenotype. Halflangharige cavia's worden geboren door een kruising tussen een normaalharige cavia en ene langharige cavia. Twee halflangharige cavia's paren met elkaar.

Hoe groot is de kans dat een nakomeling van dit paar halflangharig is?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 6 - Quiz

Manx-katten:

Bij Manx katten: mm: met staart, Mm: staartloos, MM: niet geboren
Een kat mét, en een kat zonder staart worden gekruist. Bereken het % katten dat zonder staart wordt geboren.

Slide 7 - Open question

Wat is het genotype van cavia 11?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

X-Chromosomale kruisingen

Slide 10 - Slide

Kun je nummers lezen?
Testje: 

Slide 11 - Slide

Kleurenblindheid
1  op de 12 mannen
1 op de 250 vrouwen

Zouden we het verschil tussen mannen en vrouwen bij sommige erfelijke eigenschappen kunnen verklaren??

Slide 12 - Slide

Doelstellingen
  • Je weet hoe geslacht bepaald wordt bij zoogdieren
  • Je kunt het stappenplan voor kruisingsvraagstukken toepassen bij eigenschappen die op het X-chromosoom liggen
  • Je kunt uit een stamboom afleiden of eigenschappen X-chromosomaal kunnen overerven.

Slide 13 - Slide

Het gen voor een autosomale eigenschap kan liggen op:
A
Het X-chromosoom
B
Het Y-chromosoom
C
Chromosoom 1
D
Elk van chromosoom 1 t/m 22

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Ik snap nu X-chromosomale kruisingen
A
Ja, ik snap het.
B
Gedeeltelijk, moet er zelf mee gaan oefenen.
C
Nee, ik wil graag nog wat opdrachten samen maken.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Link

Les 2: X-chromosomale kruisingen

X-chromosomale kruising samen doen 
Regels voor X-chromosomale overervingen in stambomen 
Zelf oefenen met werkblad

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Hoe kan je in een stamboom zien of een eigenschap X-chromosomaal overerft?


Als een gen op het X-chromosoom ligt, dan geldt:
– Een vader met het dominante fenotype heeft altijd dochters met het dominante fenotype. 
– Een moeder met het recessieve fenotype heeft altijd zoons met het recessieve fenotype 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 4 van het werkblad 'Opgaves Xchromosomaal' 
Klaar? Maak ook opdracht 5 :)

Slide 28 - Slide