Plato

Plato (428 - 347 vC)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Plato (428 - 347 vC)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Kennis nemen van de de werken van Plato in de 3 verschillende periodes.
  • De allegorie van de grot kunnen begrijpen en interpreteren.
  • De Ideeënleer kunnen uitleggen.
  • Je eigen mening duidelijk formuleren omtrent de leer van Plato.

Slide 2 - Slide

De paardensprong
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Deze filosoof hebben we de vorige les besproken.
r
e
s
t
c
s
a
o

Slide 3 - Drag question

Wat weet je nog van vorige week?

Slide 4 - Slide


Plato

  • Leerling van Socrates
  • Oprichter van de Akademeia
  • Bekendste werk: De Staat, over politiek
  • Grootste erfenis: de Ideeënleer

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opdracht!
Tijdens het volgende filmpje komen er 4 belangrijke Ideeën
van Plato voorbij.

Noteer deze 4! 
Geef een korte beschrijving!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

4 belangrijke  Ideeën
  1. Denk meer na!
  2. Laat de mens(en) die jou liefhebben je veranderen tot een betere versie van jezelf.
  3. Ontcijfer de verborgen boodschap achter schoonheid. (kunst)
  4. Vernieuw  (verander) de samenleving.

Slide 9 - Slide

Werken
Zijn werken zijn onder te verdelen in 3 perioden.

Slide 10 - Slide

periode 1
Vroege dialogen.
  • Lijkt erg op het denken  van Socrates.
  • Vragen stellen en tot de conclusie komen:

ik weet het niet.



Slide 11 - Slide

Periode 2
Midden periode.
  • Er bestaan vaste ethische waarden . (Ze bestaan eeuwig en zijn eeuwig het zelfde.)
  • Deze krijgen gestalte in Ideeën of Vormen

Slide 12 - Slide

Ideeën zijn de echte werkelijkheid.
  •  De wereld om ons heen is een  slap aftreksel van deze ideeën.
  • Het is denigrerend om iets te actualiseren.
  • De fysieke wereld is imperfect, ideeën zijn perfect.  

Slide 13 - Slide

De allegorie van de grot.
 Een beroemde passage uit Plato's werken.

Onderdeel uit zijn  dialoo: Staat (VII 514A–520A.)
Thema: Het wezen van de rechtvaardigheid.


Probeert een blauwdruk te geven van de ideale staat.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wie zouden volgens Plato het beste in staat zijn om een land goed te regeren?
A
filosofen
B
onderwijzers
C
dichters
D
gekozen ministers

Slide 16 - Quiz

Waarom stelt Plato immaterie boven materie.
A
Omdat je deze werkelijkheid niet kunt zien.
B
Omdat je niet veel spullen mag bezitten.
C
Omdat God immaterie is.
D
Omdat in de onzichtbare werkelijkheid alles perfect is.

Slide 17 - Quiz

The Matrix
  •  Plato’s ontsnapte gevangene  uit de grot (Neo) staat symbool voor “de verlichte filosoof”.
  • Volgens Plato’s visie zijn deze verlichte filosofen degenen die het volk (de gevangenen) moeten redden van hun eigen onwetendheid.


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

 Periode 3
  • Minder verheven en minder strikt filosofisch
  • Hij stelt open vragen of er ook Ideeën bestaan van gebruiksvoorwerpen.

Slide 21 - Slide

Voorbeeld
  • Op het moment dat de 'stoel' werd uitgevonden, ontstond toen de tijdloze Idee Stoel ? 

  • Of is het zo dat de Ideeën van Trein, Vliegtuig, Computer etc. er altijd al waren, maar geduldig wachtten op hun ontdekking door ons?

Slide 22 - Slide

Plato maakt in zijn Ideeënleer een onderscheid tussen
A
werkelijkheid en onwerkelijkheid.
B
licht en donker.
C
goed en slecht.
D
materie en immaterie.

Slide 23 - Quiz

God
  • Plato gelooft niet in een persoonlijk God, hoewel zijn gedachten erg 
    religieus zijn.  
  • Hij gelooft in een Demiurg.
  • (een middelaar tussen God en de lage sferen).



Slide 24 - Slide

Demiurg
  • Schept vanuit ongeordende materie (of bewegende chaos) de wereld naar het beeld van de Ideeën.
  • Hierbij is dus geen sprake van een schepping uit het niets.

Slide 25 - Slide

Hoe zou Plato denken over de christelijke voorstelling van wie God is? Motiveer je antwoord.

Slide 26 - Open question

Zijn de leerdoelen behaald?
  • Kennis nemen van de de werken van Plato in de 3 verschillende periodes .
  • De allegorie van de grot kunnen begrijpen en interpreteren.
  • De Ideeënleer kunnen uitleggen.
  • Je eigen mening duidelijk formuleren omtrent de leer van Plato.

Slide 27 - Slide