4.4 Vermogen en energie

Weerstand, vermogen, energie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Weerstand, vermogen, energie

Slide 1 - Slide

Wat doet een geleider?
A
Geeft stroom gemakkelijk door.
B
Houdt stroom tegen.

Slide 2 - Quiz

Wat doet een isolator?
A
Geeft stroom gemakkelijk door
B
Houdt stroom tegen

Slide 3 - Quiz

In welke eenheid meet je stroomsterkte?
A
V
B
W
C
A
D
P

Slide 4 - Quiz

Lading en stroom

  • Een elektron heeft negatieve lading. 
  • In metaal bewegen de vrije elektronen. Dat is stroom.
  • I = Q/t : de stroomsterkte I (in A) is de hoeveelheid lading die per seconde passeert
  • De stroom loopt van plus naar min (andersom dan de elektronen)

Slide 5 - Slide

Spanning
  • Spanning = verschil in potentiaal ("energie"). 
  • Spanningsbron geeft energie mee aan de stroom
  • Alle energie wordt opgebruikt in de stroomkring, stroomdeeltjes komen "leeg terug"
  • Een batterij werkt als een soort pomp. 
  • Buiten de spanningsbron gaat de stroom van + naar -

Slide 6 - Slide

Hoe meet je stroom en spanning?
  • Een spanningsmeter meet de spanning tussen twee punten, stroom gaat niet door de meter.
  • Een stroommeter meet de stroomsterkte door een draad, stroom gaat wel door de meter.

Slide 7 - Slide

even terugkijken naar het huiswerk

Slide 8 - Slide

Weerstand 
Ohm: weerstand
Volt: spanning
Amp: stroomsterkte

Slide 9 - Slide

Weerstanden
Wat is weerstand eigenlijk?

De weerstand geeft aan hoe moeilijk de elektrische stroom door een stroomkring (of apparaat) gaat.
Hoe hoger de weerstand, des te moeilijker de stroom er door heen gaat.


Slide 10 - Slide

Weerstand
De weerstand heeft het symbool R (Resistance) en de eenheid voor elektrische weerstand is Ohm, met het symbool Ω

We zeggen dus bijvoorbeeld: 
Een weerstandje kan een weerstand hebben van 20 ohm. 
Of R = 20 Ω

Slide 11 - Slide

Symbool weerstand
Hoe teken je een weerstand in een schakelschema? 

Je gebruikt het symbool in het plaatje hiernaast. 

Slide 12 - Slide

Zo dat was de voorkennis. 
We hopen dat je ze allemaal goed hebt beantwoord. Als dat niet zo was, geen probleem, in dit hoofdstuk ga je ze weer gebruiken, dus dan leer je ze wel. 

Even zodat je weer even weet wat alles betekent, een filmpje:

Slide 13 - Slide

Kennen en kunnen, wat ga jij deze les leren
  • Wat is vermogen - hoe bereken je dat
  • Je kunt je telefoon snel of langzaam opladen, hoe werkt dat?
  • Rekenen met spanning, stroom, vermogen

Slide 14 - Slide

Je telefoon is snel leeg.
De batterij in een horloge niet.
Waarom dit verschil??

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Snelladers ...
https://lifehacking.nl/gebruik-de-juiste-oplader-voor-je-telefoon/

Slide 18 - Slide

Wat is het symbool voor de weerstand
A
W
B
R
C
Ω
D
D

Slide 19 - Quiz

Wat is de eenheid voor de weerstand
A
W
B
R
C
Ω
D
D

Slide 20 - Quiz

Wat doet een weerstand
A
De stroom zo snel mogelijk doorlaten
B
De stroom helemaal tegenhouden
C
de stroom een beetje tegenhouden (vertragen van de stroom
D
de stroom versnellen

Slide 21 - Quiz