2BB H3 TV3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

2BB H3 TV3

Verwijswoorden

Vandaag...

Leg je agenda, etui, lesboek en leesboek klaar.

* 10 minuten lezen

* herhaling H3 lezen (toets 27 januari)

* doel van de les

* H3 Taalverzorging - verwijswoorden

* oefening

* evaluatie

* huiswerk nakijken

* huiswerk

Herhaling Toets H3 lezen

H3 Taalverzorging-verwijswoorden

Je leert verwijswoorden op de goede manier gebruiken

Wat vind je van deze tekst?

Borre is een hond. Borre is heel actief. Borre speelt graag met een bal. Ik gooi de bal weg en Borre gaat de bal weer halen.

Hoe zou je de tekst veranderen?

Borre is een hond. Borre is heel actief. Borre speelt graag met een bal. Ik gooi de bal weg en Borre gaat de bal weer halen.

Verwijswoorden maken een tekst prettiger om te lezen. Maar het is wel belangrijk dat je ze goed gebruikt!

Ik pas dit weekend op Borre. Nick heeft hem net gebracht. Ik heb hem brokken gegeven.

Ik wist niet dat Nick hondenvoer lekker vindt...

nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl

Ga naar blz. 119 van je boek.

Opdracht 1 nemen we samen door.

Huiswerk voor donderdag 27 januari

Oefenen voor de toets van H3 Lezen.

Oefentips staan in fronter.

Je hoeft de les over de verwijswoorden dus niet af te maken!

Lezen: 

Wild: 136 t/m 138

Toegang geweigerd: 116 t/m 121

Antwoorden KGT Opdracht 1

1 Waar heb je het zakje snoep neergelegd, dat Dex gisteren heeft gekocht?

2 Onze boot is gerepareerd. Morgen brengen we hem naar de haven.

3 Mayra’s zonnebril is kapot, want Melle heeft hem per ongeluk laten vallen.

4 Folkert heeft de jas van Roosmarijn meegenomen. Deze moet hij straks aan haar teruggeven.

5 De spelers moesten terugkomen op hun besluit om uit dit team te stappen.

6 De koffiekopjes staan nog op dit tafeltje. Wil jij ze even opruimen?

Opdracht 2

1 Iris luistert naar muziek op haar mobiel als ze in de bus zit.

2 Jeremy wilde tickets kopen voor het concert, maar hij was te laat.

3 Victor brengt zijn nieuwe schoenen naar de winkel, want zijn schoenen zijn kapot.

4 Guus heeft een abonnement op Spotify, zodat hij niet steeds de reclame hoort.

5 Ons buurmeisje heeft haar paard op de manage staan en zij borstelt het elke dag.

6 ’s Ochtends neemt mijn zus een bakje muesli, maar ze eet het nooit leeg.

Opdracht 3

eigen antwoorden, bijvoorbeeld:

1 Omdat de trainer vaststond in de file, kwam hij te laat op de training.

2 Op het dak van onze school liggen achttien zonnepanelen, die genoeg groene energie opleveren voor het hele pand.

3 In het Rijksmuseum, dat elke dag open is, is het altijd druk bij De Nachtwacht.

4 Tweehonderd euro betaalde Julia voor deze tas, maar ze / zij had al snel spijt van deze aankoop.

5 Waarom kosten ijsjes hier drie euro, terwijl ze bij de andere winkel maar een euro zijn?

6 Ik heb altijd wat geld bij me voor Pjotr, want hij vergeet altijd zijn brood mee te nemen.

Opdracht 4*

eigen antwoorden, bijvoorbeeld:

1 Nederland is eigenlijk best een mooi vakantieland, want het kent plaatsen waar ik nog nooit ben geweest.

2 De Maas is de langste rivier in Nederland en die (rivier) wordt veel gebruikt voor transport.

3 De Waddenzee is uniek, doordat ze / hij een broedplaats voor vele vogels is.

4 Amsterdam heeft bijna 800.000 inwoners en daarmee is het de grootste stad van Nederland.