Cliënten met psychotische stoornissen

Programma
  • Ophalen kennis wanen en hallucinaties
  • Theorie en filmpje psychose en schizofrenie
  • Maken opdrachten
  • Medicatie
  • Omgangstips psychose


1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programma
  • Ophalen kennis wanen en hallucinaties
  • Theorie en filmpje psychose en schizofrenie
  • Maken opdrachten
  • Medicatie
  • Omgangstips psychose


Slide 1 - Slide


Je kunt
  • een beschrijving geven van een psychose
  • een beschrijving geven van wanen en hallucinaties
  • een beschrijving geven van de positieve en de negatieve symptomen van schizofrenie
  • een beschrijving geven van begeleidingsaspecten bij iemand met een psychotische stoornis
  • de werking en bijwerking van antipsychotica beschrijven
  • de aandachtspunten noemen bij medicatie inname
  • aandachtspunten benoemen in de communicatie met een cliënt met een psychotische denk- en belevingswereld

Slide 2 - Slide

Een hallucinatie is
A
waarnemen wat er in werkelijkheid niet is
B
een waandenkbeeld
C
persoonlijke overtuiging die niet werkelijk is
D
een gedragsstoornis

Slide 3 - Quiz

Wanneer is er sprake
van een waan?
A
De cliënt heeft het gevoel dat hij zichzelf niet is
B
Denkt dat de presentator op TV hem een speciale boodschap geeft
C
Geeft een verkeerde betekenis aan iets dathij ziet of hoort

Slide 4 - Quiz

Iemand die last heeft van een psychose
A
is ernstig verward
B
heeft een intense somberheid
C
heeft schizofrenie

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste begeleiding
van cliënt met een waanstoornis?
A
overtuig de cliënt dat zijn denkbeelden onjuist zijn
B
Bevestig de waangedachten van de cliënt
C
Toon begrip voor de werkelijkheid van de cliënt

Slide 6 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
Antipsychotica:
A
Hebben het meeste effect op de negatieve effecten van schizofrenie
B
Worden voornamelijk gebruikt om psychotische symptomen te onderdrukken
C
Worden gebruikt om parkinsonisme en spierkrampen te voorkomen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Schizofrenie
Een ziekte waarbij het denken, de emoties en het gedrag ernstig verstoord raken.


Het is een chronisch ziekte
Ontstaat tussen 18e en 25e levensjaar

Oorzaak deels (on)bekend: erfelijkheid, verhoogde kwetsbaarheid voor stress, (soft)drugs

Slide 9 - Slide

Psychotische perioden
Zorgvragers hebben psychotische perioden

Dit wil zeggen dat ze hallucinaties en wanen hebben

Slide 10 - Slide

Wanen
Bij wanen heeft de zorgvrager gedachten en overtuigingen die niet overeenkomen met de werkelijkheid, ze zijn hierin niet te corrigeren (denkstoornis)

Slide 11 - Slide

Hallucinaties
Bij hallucinaties hoort, ziet, ruikt of proeft de zorgvrager dingen die er niet zijn (waarnemingsstoornis)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Andere oorzaken van een psychose
  • Mensen met schizofrenie hebben psychoses. Niet alle mensen die psychoses hebben, hebben de ziekte schizofrenie.
  • Mensen met een depressie of een bipolaire stoornis kunnen ook psychotisch worden.
  • Ook kunnen er lichamelijke oorzaak zijn een trauma, intoxicatie, infectie, denk ook aan een kraambedpsychose



Slide 14 - Slide

Verwarde periodes
  • Er is vaak een voorfase: minder functioneren op werk, school, in sociale contacten
  • Herstel is vaak niet volledig, geeft een ander karakter.
  • Wat overblijft zijn de negatieve symptomen



Slide 15 - Slide

Positieve symptomen
  • Nieuw gedrag dat ontstaat als gevolg van de ziekte.
  • Gedrag dat je normaal gesproken niet ziet bij gezonde mensen.
  • Verstoord waarnemen: stemmen horen komt vaak voor: minachtend, kleinerend, negatief
  • Verstoord denken: Bijzondere, onnavolgbare gedachten, ideen of ervaringen: bijvoorbeeld beinvloedingswanen.



Slide 16 - Slide

Nooit veilig (psychotische periode)
  • De scheiding tussen eigen ik en de buitenwereld vervaagt
  • Mensen met schizofrenie kunnen zich slecht afsluiten
  • Voelt zich eigenlijk nooit veilig, niet in zijn eigen kamer en ook niet in zijn eigen lichaam
  • Gedachten niet op een rijtje, te veel gedachten

Slide 17 - Slide

Negatieve symptomen
Afwezigheid van bepaald gedrag dat je bij gezonde mensen wel ziet. Treden op de voorgrond als psychotische symptomen minder worden

  • Zelfverwaarlozing
  • Minder interesse, spankracht, energie en drive
  • Minder zelfstandig functioneren, minder sociale vaardigheden
  • Affectieve vervlakking: weining emoties, kan zich slecht inleven, kan ook niet vertellen wat er in hem omgaat, voelt zich leeg




Slide 18 - Slide

Werken aan opdrachten
eDition: Thema 3 3.9 verwerkingsopdrachten 1 t/m 14

Portfolio opdracht:  keuze tussen een folder over psychose of depressie (dat onderwerp komt volgende week aan bod)

timer
15:00

Slide 19 - Slide

Behandeling 
Psychosociale begeleiding
  • Begeleiding bij het sociale functioneren: aanleren van van sociale en beroepsvaardigheden
  • Psycho-educatie: informatie en zorgvrager en familie over ziekte en het omgaan met de gevolgen ervan
  • Maken van een signaleringsplan



Slide 20 - Slide

Behandeling: medicatie
Eerst psychose bestrijden door medicatie en bescherming
Bijwerkingen:
  • Spierkrampen vooral in gezicht of nek, praten met dikke tong
  • Parkinsonisme: stijve spieren, bewegingsarmoede, trillende handen, speekselvloed
  • Bewegingsdrang: onrust
  • Bewegingsstoornissen zoals onwillekeurige trekkingen en bewegingen van de mond, tong en andere gezichtspieren.


Slide 21 - Slide

Medicatie
  • Is een belangrijk deel van de behandeling
  • Geregeld innemen!
  • Motiveren dat het belangrijk is
  • Alert zijn: neemt werkelijk in?
  • Steeds uitleg geven
  • Letten op waan ideeën en hallucinaties
  • Letten op gevaar voor zichzelf en anderen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

10 tips op een rijtje
1. Ga niet in discussie
2. Veroordeel de wanen niet
3. Creëer een veilige omgeving
4. Biedt ruimte om te praten en te ventileren
5. Neem waar nodig afstand
6. Praat mèt iemand, niet over iemand
7. Motiveer de persoon om vrijwillig professionele hulp te zoeken
8. Delen is helen
9. Zorg goed voor jezelf
10. Respecteer het herstelproces

Slide 24 - Slide


Je kunt
  • een beschrijving geven van een psychose
  • een beschrijving geven van wanen en hallucinaties
  • een beschrijving geven van de positieve en de negatieve symptomen van schizofrenie
  • een beschrijving geven van begeleidingsaspecten bij iemand met een psychotische stoornis
  • de werking en bijwerking van antipsychotica beschrijven
  • de aandachtspunten noemen bij medicatie inname
  • aandachtspunten benoemen in de communicatie met een cliënt met een psychotische denk- en belevingswereld

3 dingen die je geleerd hebt
2 dingen die je interessant vond
1 ding waar je nog een vraag over hebt

Slide 25 - Slide

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll