Les 7 Post operatieve pijn

Pijn en pijnbestrijding
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Pijn en pijnbestrijding

Slide 1 - Slide

Lesinhoud

Doel en plaats in lesprogramma

Terugkoppeling opdracht vorige week

Korte inleiding pijn

Zelf aan de slag

Evaluatie en volgende week

Slide 2 - Slide

Doel van de les

De student kan aangeven aangeven wat pijn is en hoe je pijn in kaart brengt en heeft kennis van pijnbestrijding.


De studenten hebben de les over pijn voorbereid waardoor ze de kennis kunnen toepassen.

De les is afwisselend waardoor de motivatie van de studenten versterkt wordt. 

Slide 3 - Slide

Pijn schat je in naar aanleiding van de:
A
de objectieve gegevens van de verpleegkundige
B
subjectieve gegevens van patiënt
C
subjectieve gegevens verpleegkundige
D
objectieve gegevens onderzoek

Slide 4 - Quiz

Pijn
A
Verpleegkundige diagnose
B
Medische diagnose

Slide 5 - Quiz

Wat is pijn?

pijn is wat de patiënt zegt dat het is en
treedt op wanneer hij/zij zegt dat het optreedt’


 ‘Pijn is een onplezierige, sensorische
en emotionele ervaring gerelateerd aan een feitelijke of mogelijke
weefselbeschadiging'.


Slide 6 - Slide

Soorten Pijn
Nociceptieve pijn: weefsel beschadiging waarbij nociceptoren                                           worden beschadigd
Viscerale pijn: beschadiging van orgaanweefsel
Vasculaire pijn: door verstoorde bloedtoevoer b.v. infarct
Neuropatische pijn: bij zenuwbeschadiging
Oncologische pijn: bij kwaadaardige tumor (doorgroei)

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

Pijn observeren en registreren

Er zijn veel manieren om pijn te observeren.


welke instrumenten kennen jullie?






Slide 9 - Slide

Wat is Neuropatische pijn ?
A
Pijn aan hersenen
B
Pijn aan bloedvaten
C
Pijn aan zenuwen
D
Pijn aan klierweefsel

Slide 10 - Quiz

Wat is alarmerende pijn?
A
Buikpijn
B
Pijn in de linkerarm en tussen schouderbladen
C
Hoofdpijn met koorts
D
Pijn in het onderbeen

Slide 11 - Quiz

Angina pectoris is een vorm van....
A
Koliekpijn
B
Ischemische pijn
C
Fantoompijn
D
Neuropathische pijn

Slide 12 - Quiz

Wat voor type pijn komt vaak voor bij symptomatische galstenen?
A
Continue pijn
B
Koliekpijn
C
Neuropatische pijn
D
Ischemische pijn

Slide 13 - Quiz

Wat zij gevolgen van te veel pijn?

Slide 14 - Open question

Blokkades
Spinally administered narcotics (SAN)
Spinal cord stimulation (SCS)
Epiduroscopie
Elektroforese
Ketanest
de pijnprikkel wordt tegengehouden
pijnstiller worden in de liquor ingebracht
elektrsiche stroom via de zenuwbaan
medicijnen worden in de epidurale ruimte achter gelaten
medicijnen worden met elektrisch veld door huid in het lichaam
medicijn voor chronische pijn

Slide 15 - Drag question

Behandeling van pijn


  • Oorzaak wegnemen


  • Overdracht van de pijnprikkel in het centrale zenuwstelsel beinvloeden


  • Beinvloeden van de pijnbeleving




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 16 - Slide

Medicinale en niet medicinale pijnbestrijding

Slide 17 - Slide

Het WHO adviseert 4 fases van pijnbestrijding, onder welke fase valt tramadol?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 18 - Quiz

Advies WHO pijnbestrijding


  • Fase 1; niet-opioïden

(paracetamol, diclofenac, ibuprofen)

  • Fase 2; zwakwerkend opioïde geven of
    toevoegen aan
    niet-opioïd preperaat

(paracetamol met codeïne, tramadol, diclofenac)

  • Fase 3; sterk werkend opioïd

(morfine oraal, rectaal of transdermale toediening)

  • Fase 4: parenterale toediening (subcutaan, intraveneus, evt epiduraal)




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Farmacotherapie


  • Chemische structuur
  • Opname en uitscheiding
  • Therapeutisch gebied
  • Halfwaardetijd
  • Detoxificatie 




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 21 - Slide

niet-medicinale pijnbestrijding


  • Begeleiding
  • Houding en ligging
  • Ademhaling
  • Comfort en rust
  • Warmte en koude
  • Welk kennen jullie nog meer??




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 22 - Slide

Wat betekent epidurale pijnbestrijding?
A
pijnstillers in het wervelkanaal
B
Pijnstilling in de subclavia
C
Pijnstilling via het infuus
D
Pijnstilling via een vene

Slide 23 - Quiz

Samenvattend


  • Pijn is subjectief en door het brein bepaald. Er spelen vele factoren mee die de pijn beinvloeden, het is complex.
  • De behandeling kan bestaan uit farmaceutische en niet-farmaceutische behandelingen.

    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 24 - Slide