H5.9 spelling TD, BN en als/dan
BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1
This lesson contains 25 slides, with text slides.
Items in this lesson
BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek
Slide 1 - Slide
Lees in je leesboek.
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Spelling 4.9 terugblik
IN DEZE PARAGRAAF LEER JE:
* hoe je een voltooid deelwoord spelt;
OVER HET VD:
1. Wat is een voltooid deelwoord (vd)?
2.Welke werkwoorden staan er altijd bij een vd?
3. Hoe bepaal je of je een -t of -d gebruikt?
- Een voltooid deelwoord geeft aan dat de handeling is voltooid (klaar/gebeurd/afgelopen is)
- Een vorm van hebben, zijn of worden
- - door de verlengproef te gebruiken - door het 'T KoFSCHiP X te gebruiken
Slide 4 - Slide
Weekplanning week 24
SPELLING 5.9
IN DEZE PARAGRAAF LEER JE:
- hoe je een tegenwoordig deelwoord spelt;
- hoe je bijvoeglijk naamwoorden spelt;
- hoe je trappen van vergelijking maakt.
DEZE WEEK:
1. De paragrafen t/m 5.8 af en nagekeken
2. Opdrachten 5.9 maken
3. Toetsstof H5 doornemen
Slide 5 - Slide
Tegenwoordig deelwoord - TD
Het tegenwoordig deelwoord of het onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling nog bezig is.
Je vormt het door een -d achter de infinitief te zetten:
fluiten --> fluitend
mopperen --> mopperend
Slide 6 - Slide
Het tegenwoordig deelwoord - TD
Je gebruikt het onvoltooid deelwoord om aan te geven dat je iets aan het doen bent, terwijl je ook iets anders aan het doen bent.
Voorbeeld: Huilend rende ze de klas uit.
In bovenstaande zin is de persoonsvorm 'rende'. In die zin gebeurt er nog iets tijdens dat rennen, namelijk huilen.
Slide 7 - Slide
let op:
bezette, gewonnen
Slide 8 - Slide
Maak de instapopdracht van 5.9 (opdracht 1)
timer
7:00
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Les 1, week 24
- Opdrachten t/m H5.8 nakijken
- vragen 5.8?
- Maken opdr. 5.9
Slide 11 - Slide
BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek
Slide 12 - Slide
Lees in je leesboek.
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
10:00
Slide 13 - Slide
Weekplanning week 24
SPELLING 5.9
IN DEZE PARAGRAAF LEER JE:
- hoe je een tegenwoordig deelwoord spelt;
- hoe je bijvoeglijk naamwoorden spelt;
- hoe je trappen van vergelijking maakt.
DEZE WEEK:
1. De paragrafen t/m 5.8 af en nagekeken
2. Opdrachten 5.9 maken
3. Toetsstof H5 doornemen
Slide 14 - Slide
Trappen van vergelijking
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
trappen van vergelijking
de stellende trap: zaken zijn gelijk
Hij is net zo groot als ik
de vergrotende trap: zaken zijn niet gelijk
Hij is groter dan ik.
overtreffende trap: één zaak overtreft alle anderen
hij is de grootste.
Slide 19 - Slide
Les 3, week 24
- maken opdr. van H5.9
- Alles van H5 nakijken
- Aftekenen
(max. 2 leerlingen
per keer, zet je
naam op het bord)
- Klaar/ wachten?
- Maak de leestaak
van 5.3
- Maak woordkaartjes
1. van de begrippen
2. van woorden 5.5
- 5.7 opdr. 14acde en 15
- 5.8 opdr. 12, 13 en 14
Slide 20 - Slide
Les 3, week 24
- maken opdr. van H5.8
- Alles van H5 nakijken
- Aftekenen
(max. 2 leerlingen
per keer, zet je
naam op het bord)
- Klaar/ wachten?
- Maak de leestaak
van 5.3
- Maak woordkaartjes
1. van de begrippen
2. van woorden 5.5
- Maak de Test Jezelf
van 5.7 en/of 5,8
Slide 21 - Slide
BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek
Slide 22 - Slide
Lees in je leesboek.
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
10:00
Slide 23 - Slide
Week 22
- Extra uitleg/instructie/hulp nodig?
- Zelfstandig werken aan de weektaak.
Deze les:
1. opdrachten 5.7 maken
2. opdrachten nakijken
Keuze uit:
3A. Maak de Test Jezelf van 5.7
of opdr. 14 of 15abcde
3B. Maak opdracht 1 van 5.8
