§5.9 - Spelling hv1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

§5.9 Spelling

hv1

11 mei 2021

Leerdoelen

Aan het eind van de les ...

... weet je hoe je een tegenwoordig deelwoord spelt

... weet je hoe je bijvoeglijke naamwoorden spelt

... kun je de trappen van vergelijking gebruiken

Tegenwoordig deelwoord (td)

Een tegenwoordig deelwoord (of onvoltooid deelwoord) geeft aan dat een handeling nog bezig is.

je vormt het td altijd zo: hele werkwoord + d

fluiten - fluitend: Fluitend loopt hij door de straat.

lachen - lachend: Lachend komen de kinderen het lokaal binnen.

bijvoeglijk naamwoord spellen

meestal + -e: 

de maaltijd - de gezonde maaltijd

het mes - het scherpe mes

Als er voor een het-woord een staat, komt er geen -e achter:

een scherp mes

een mooi huis

bijvoeglijk naamwoord spellen

stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden schrijf je met -en:

een zilveren armband

een houten tafel

uitzonderingen:

aluminium fiets, plastic tasje

bijvoeglijk naamwoord spellen

tegenwoordig deelwoord als bn: +e

lachende leerlingen, pratende docenten

infinitief + te als bn

de te spelen wedstrijd

voltooid deelwoord als bn: zo kort mogelijk

het pand is bezet - het bezette pand

het bedrag is besteed - het bestede bedrag

de taart is gebakken - de gebakken taart

trappen van vergelijking

de stellende trap: zaken zijn gelijk

Hij is net zo groot als ik

de vergrotende trap: zaken zijn niet gelijk

Hij is groter dan ik.

overtreffende trap: één zaak overtreft alle anderen

hij is de grootste.

Vul in (schreeuwen)
... kwam mijn moeder naar beneden.

vul in (vriendelijk)
een ... man

vul in (schieten)
de ... kogel

vul in (nylon)
een ... panty

vul in (als of dan)
Ik wil evenveel vrienden ... hij

vul in (als of dan)
Hij heeft altijd al hogere cijfers gehaald ... ik

verwerken

maak de opdrachten van §5.9

 in magister.me

Let op! Woensdag 19 mei SO:

§5.5, §5.7, §5.8 en §5.9