Positief deelnemersgedrag
Organisator: neemt initiatieven, deelt taken uit, stimuleert anderen
Kritisch denken: kritische manier volgen en observeren
Stimulator: complimenten geven en stimulerende opmerkingen te maken. Meningsverschillen/conflicten oppakken.
Opbouwer: zoek je daarbij naar meningen, opvattingen of voorstellen die een effectieve bijdrage kunnen leveren aan de discussie
Helpen: andere rollen bijstaan en ondersteunen.
"Negatief deelnemersgedrag"
Alles beter weten: overtuigd van gelijk
Zeuren
Zwijgen: weten niet waar je staat en wat ze aan je hebben
Veel praten: lang van stof en in herhaling vallen
Afwijken: overal tegenin gaan
Ja-knikken: overal mee instemmen
Clownesk gedrag: geen serieuze discussie mogelijk
Manipuleren: verborgen agenda