Examentraining 4

Mag een orthodontist zich na het behalen van zijn titel nog bezighouden met algemene tandheelkunde?
A
Ja, hij/ zij heeft er voor geleerd
B
Ja, maar alleen onder toezicht van een tandarts
C
Ja, alleen in loondienst van een tandarts
D
Nee, dat mag niet
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
LOBMBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Mag een orthodontist zich na het behalen van zijn titel nog bezighouden met algemene tandheelkunde?
A
Ja, hij/ zij heeft er voor geleerd
B
Ja, maar alleen onder toezicht van een tandarts
C
Ja, alleen in loondienst van een tandarts
D
Nee, dat mag niet

Slide 1 - Quiz

Met welke reden moet een patiënt voor het plaatsen van implantaten spoelen met chloorhexidine?
A
Minder droge mond
B
Oplossen van kaakbot voorkomen
C
Week maken van het kaakbot
D
Bacteriën doden, plaque wegspoelen

Slide 2 - Quiz

Wat voor soort draad wordt er geplaatst nadat er brackets zijn geplakt bij een patiënt?

A
Een dikke, dubbele boog
B
Een dikke stalen boog
C
Een dikke gevlochten boog
D
Een dunne, soepele boog

Slide 3 - Quiz

Waarvoor staat de term analgetica?

A
Verdovende middelen
B
Desinfecterende middelen
C
Pijnstillers
D
Kalmerende middelen

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van een articulator?

A
Nabootsen kauwbewegingen
B
Nabootsen ruststand
C
Nabootsen free-wayspace
D
Nabootsen vlak van Camper

Slide 5 - Quiz

Welke afwijking is op onderstaande afbeelding te zien?

A
Crowding
B
Spacing
C
Luxatie
D
Ankylose

Slide 6 - Quiz

Tijdens een endo-behandeling spoelt de tandarts met natriumhypochloriet. Wat is de juiste benaming hiervoor?

A
Irrigeren
B
Intrigeren
C
Irriteren
D
Infiltreren

Slide 7 - Quiz

Door het gebruik van welk van onderstaande middelen wordt de kwaliteit van een afdruk verbeterd?

A
Tissue conditioner
B
Individuele lepel
C
Articulator
D
Onbetander geperforeerde lepel

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste benaming voor het inslikken van instrumenten of materialen?
A
Raspireren
B
Reduceren
C
Aspireren
D
Induceren

Slide 9 - Quiz

Reden waarom er een noodkroon gemaakt wordt na het prepareren van de stomp?

A
Esthetiek, kauwvermogen
B
Esthetiek, kauwvermogen en bescherming
C
Esthetiek en retractie.
D
Esthetiek, kauwvermogen, bescherming en kostenbesparing

Slide 10 - Quiz

Loopt iemand bij minder dan maximaal toegestane jaarlijkse dosis risico op stralingsziekten?

A
Nee
B
Ja, maar dat is een aanvaardbaar risico
C
Ja, dat is een hoog risico
D
Ja, dat is een onacceptabel risico

Slide 11 - Quiz

Welke kleur heeft glazuur op een röntgenfoto?

A
Wit
B
Lichtgrijs
C
Donkergrijs
D
Zwart

Slide 12 - Quiz

Welk van deze aandoeningen zijn contra-indicaties voor het vervaardigen van implantaten?

A
Diabetes, endocarditis, osteoporose
B
Diabetes, endocarditis, aften
C
Diabetes, aften, slechtziendheid
D
Endocarditis, schouderluxatie

Slide 13 - Quiz

Welke straling is afkomstig vanuit de ruimte, behoort tot de natuurlijke straling en heeft een groot doordringend vermogen?
A
Voorgrondstraling
B
Achtergrondstraling
C
Cosmetische straling
D
Kosmische straling

Slide 14 - Quiz

Mag een tandarts die aan orthodontie doet ook vermelden op zijn naamkaartje dat hij orthodontist is?

A
Ja, als hij de cursus voldoende heeft afgerond
B
Ja, als hij jaarlijks bijgeschoold wordt
C
Ja, als hij er i.o (in opleiding) achterzet
D
Nee, dat mag niet

Slide 15 - Quiz

Welke van onderstaande kenmerken hoort bij DPSI-score 2?

A
Tandvlees bloedt na sonderen
B
Er zit tandsteen of er zijn overhangende randen van vullingen of kronen
C
Pockets van 4-5 mm, zonder teruggetrokken tandvlees
D
Pockets 4-5 mm, met teruggetrokken tandvlees

Slide 16 - Quiz

Wat betekent mutatie?
A
Spontane verandering van genetisch materiaal
B
Chemische verandering van genetisch materiaal
C
Vermeerdering van genetisch materiaal
D
Vermindering van genetisch materiaal

Slide 17 - Quiz

De Wet B.I.G. beschermt patiënten tegen ondeskundig handelen van zorgverleners. Wat betekent B.I.G.?
A
Bijzonder interessant geval
B
Beroepen in geneesmiddelen
C
Beroepen in de individuele gezondheidszorg
D
Behalve in gevaarlijke situaties

Slide 18 - Quiz

Wat betekent ionisatie?


A
Samenvoegen van virussen
B
Splitsen van bacteriën
C
Splitsen van virussen
D
Splitsen van atomen

Slide 19 - Quiz

Wat geeft de trillingstijd aan bij tandheelkundige radiologie?

A
Complete golfbeweging
B
Totale belichtingstijd
C
Hoeveelheid straling
D
Aantal minuten dat de foto beweegt

Slide 20 - Quiz