2.2

2. Arm en rijk in de Verenigde Staten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2. Arm en rijk in de Verenigde Staten

Slide 1 - Slide

Afrondende lessen voor Test 1  
les 1- klassikale uitleg m.b.v. Lesson Up
  • begrippen 
  • Lorenzcurve 

les 2- 20 minuten in stilte en individueel
         -  laatste deel van de les, controle van de antwoorden via het bord
  • Maak de vragen van 2.2.  vr. 1 t/m 6 (en 8 bij tijd over)
  • Lees elke keer de tekst die bij de vraag genoemd wordt.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Begrippen
✅ BNP
✅ HDI
✅ globalisering
✅ armoedegrens
✅ Lorenzcurve
✅ koopkracht

Slide 4 - Slide

Lorenzcurve
Lorenzcurve = Grafiek die de inkomensongelijkheid in een land weergeeft.

Conclusie
Totale bnp heel hoog
  • Niet iedereen profiteert daar evenveel van. 
  • Koopkracht armste groep Amerikanen is heel klein. 

Totale bnp heel hoog
Niet iedereen profiteert daar evenveel van.
Koopkracht armste groep Amerikanen is heel klein. 

Slide 5 - Slide

 De Lorenzcurve

Slide 6 - Slide

De Lorenzcurve
- Wat meet je met de Lorenzcurve?

- In Nederland verdient 50% van de bevolking ....% van alle inkomsten. 

- Wanneer is het inkomen over de gehele bevolking het beste verdeeld? 

Slide 7 - Slide

Wat weet jij al? 
1. Heeft de VS een hoog of laag ontwikkelingspeil?
2. Wat weet jij over de armste bevolking in Amerika?
3. Wat weet jij over de rijkste bevolking van de VS?
4. Heeft iedereen in de VS een gelijk besteedbaar inkomen denk je? 
5. Wat gebeurt er in de VS als je geen werk hebt? 

Slide 8 - Slide

Bnp = bruto nationaal product = De waarde van alle goederen en diensten die in een land worden gemaakt in één jaar. 

HDI = Human Development Index




Slide 9 - Slide

Welzijn = Mate waarin iemand zich gezond, veilig, gelukkig en verbonden voelt met andere mensen. (Levensverwachting, analfabetisme, koopkracht).
Levensverwachting = Het aantal jaren dat iemand op een bepaalde leeftijd waarschijnlijk nog te leven heeft.

Analfabetisme = Het percentage van de bevolking van mensen die ouder zijn dan 15 jaar en nog niet kunnen lezen of schrijven.

Koopkracht = De producten en diensten die iemand met zijn inkomen kan kopen.

Slide 10 - Slide

Welvaart = Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.

Koplopers = Ontwikkelde landen. Rijke landen waar de meeste mensen in de diensten werken. = Centrumlanden  

Volgers = Minder rijke landen die wel op weg zijn in hun ontwikkeling. = BRIC-landen (Brazilie, Rusland, India, China)

Achterblijvers = Arme landen waar veel mensen in de landbouw werken. In de wereldhandel spelen ze geen belangrijke rol.

Slide 11 - Slide

Human Development Index (Ontwikkelingsindex
Human Development Index (HDI) van de Verenigde Naties meet voornamelijk armoede, analfabetisme, onderwijs en levensverwachting in een bepaald land of gebied. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link