Par. 2.2 en 2.3 - VS

1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

2. Arm en rijk in de Verenigde Staten

Slide 2 - Slide

2.2: Armoede en rijkdom in de Verenigde Staten

Slide 3 - Slide

Begrippen
✅ BNP
✅ HDI
✅ globalisering
✅ armoedegrens
✅ Lorenzcurve
✅ koopkracht

Slide 4 - Slide

Welvaart = Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.

Koplopers = Ontwikkelde landen. Rijke landen waar de meeste mensen in de diensten werken. = Centrumlanden  

Volgers = Minder rijke landen die wel op weg zijn in hun ontwikkeling. = BRIC-landen (Brazilie, Rusland, India, China)

Achterblijvers = Arme landen waar veel mensen in de landbouw werken. In de wereldhandel spelen ze geen belangrijke rol.

Slide 5 - Slide

Bnp = bruto nationaal product = De waarde van alle goederen en diensten die in een land worden gemaakt in één jaar. 

HDI = Human Development Index
Hoe dichter het getal bij de 1 ligt, hoe hoger de ontwikkeling.




Slide 6 - Slide

Human Development Index (Ontwikkelingsindex
Human Development Index (HDI) van de Verenigde Naties meet voornamelijk armoede, analfabetisme, onderwijs en levensverwachting in een bepaald land of gebied. 

Slide 7 - Slide

Welzijn = Mate waarin iemand zich gezond, veilig, gelukkig en verbonden voelt met andere mensen. (Levensverwachting, analfabetisme, koopkracht).
Levensverwachting = Het aantal jaren dat iemand op een bepaalde leeftijd waarschijnlijk nog te leven heeft.

Analfabetisme = Het percentage van de bevolking van mensen die ouder zijn dan 15 jaar en nog niet kunnen lezen of schrijven.

Koopkracht = De producten en diensten die iemand met zijn inkomen kan kopen.

Slide 8 - Slide

Globalisering:
Globalisering = Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen goederen, geld en informatie.

Slide 9 - Slide

Globalisering leidt tot hogere inkomens maar ook tot meer werkloosheid. Leg dit uit.

Slide 10 - Open question

Lorenzcurve
Lorenzcurve = Grafiek die de inkomensongelijkheid in een land weergeeft.

Conclusie
Totale bnp heel hoog
  • Niet iedereen profiteert daar evenveel van. 
  • Koopkracht armste groep Amerikanen is heel klein. 

Totale bnp heel hoog
Niet iedereen profiteert daar evenveel van.
Koopkracht armste groep Amerikanen is heel klein. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Hoe krommer de Lorenz curve des te oneerlijker is het inkomen verdeeld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Kijk naar de grafiek.
Wat geeft de Lorenz curve aan ?
A
de armste 30% van de mensen verdient 30% van het inkomen
B
de armste 30% van de mensen verdient 3% van het inkomen
C
de rijkste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
D
de rijkste 30 % van de mensen verdient 60% van het inkomen

Slide 14 - Quiz

Maken
Werkboek blz. 27 H2 par 2.2 vraag 1,2,3
Werkboek blz. 30 H2 par. 2.3 vraag 2, 3,4,6

Slide 15 - Slide