b. Een boek ligt op tafel.
Op het boek werken wel krachten (zwaartekracht en normaalkracht) maar het blijft op zijn plaats liggen. De verplaatsing (s) is gelijk aan nul. Er wordt dus geen arbeid verricht.
c. Een rotsblok beweegt in de ruimte met een constante snelheid.
Aangezien de snelheid constant is, is de resulterende kracht op de steen 0 N. In de ruimte is immers, ver van de aarde, zon en andere planeten, geen zwaartekracht. Omdat er geen lucht is, is ook geen wrijvingkracht. Aangezien er geen kracht werkt wordt er ook geen arbeid verricht.