SPQR - Thema 1 - Les 1 Flumen - eerste woorden

SPQR les 1: woorden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

SPQR les 1: woorden

Slide 1 - Slide

Start
Voordat we onze eerste zinnen Latijn gaan vertalen, moeten we eerst werken aan onze woordenschat. Vandaag maak je kennis met de eerste woorden van het boek en leer je hoe je deze kunt leren!

Slide 2 - Slide

Waar kun je deze woorden vinden? 
Pagina 17 Tekstboek!

Slide 3 - Slide

Welke?Hoe?
-Dikgedrukte woorden
-Latijn naar Nederlands
- Twee vormen? Leer ook de tweede vorm!

Slide 4 - Slide

Hoe zou jij de woorden gaan leren?

Slide 5 - Mind map

De woorden flumen tot en met timere

We nemen nu de woorden door. Je krijgt tussendoor vragen en op het eindje volgt een testje. 

Slide 6 - Slide

Flumen, flumina


Dit woord betekent rivier. 
Maar waarom staat er een tweede vorm?

Slide 7 - Slide

Wat is het meervoud van het woord museum (en dan niet museums!)?

Slide 8 - Open question

Meervoud
Dus de tweede vorm, flumina, is het meervoud van flumen! Bij sommige woorden staat dit erbij. Waarom? Dat leer je heel snel!
Leer deze tweede vorm erbij. Dus je leert flumen +mv = flumina, rivier

Slide 9 - Slide

Rex, reges
Het woord rex betekent koning. Reges is dus het meervoud, namelijk koningen. 

Slide 10 - Slide

Ken jij een woord in het Nederlands dat te maken heeft met rex of reges?

Slide 11 - Mind map

Servus
slaaf

Slide 12 - Slide

De volgende 4 woorden zijn:
vocare: 1. roepen 2. noemen
venire: komen
audire: horen
videre: zien
Deze woorden eindigen allemaal op -re!

Slide 13 - Slide

De woorden eindigen op -re. Wat voor een soort woorden zijn dit?
A
zelfstandige naamwoorden
B
werkwoorden
C
voorzetsels
D
bijwoorden

Slide 14 - Quiz

vocare
1. roepen
2. noemen
audire

horen
venire

komen
videre

zien

Slide 15 - Slide



Puer, pueri


jongen

Slide 16 - Slide

iacere
liggen

Slide 17 - Slide

clamare
schreeuwen

Slide 18 - Slide

et
1. en
2. ook

Slide 19 - Slide

lacrimare

huilen
iubere

bevelen
necare

doden
timere

vrezen, bang zijn voor

Slide 20 - Slide

Welk woord betekent 'liggen'?
A
iacere
B
timere
C
venire
D
vocare

Slide 21 - Quiz

Wat betekent flumen?

Slide 22 - Open question