This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
SPQR les 1: woorden
Slide 1 - Slide
Start
Voordat we onze eerste zinnen Latijn gaan vertalen, moeten we eerst werken aan onze woordenschat. Vandaag maak je kennis met de eerste woorden van het boek en leer je hoe je deze kunt leren!
Na de uitleg krijg je een testje: hoeveel woorden heb jij al onthouden?
Slide 2 - Slide
Waar kun je deze woorden vinden?
Pagina 23 Tekstboek! Of pag 115 HB.
Slide 3 - Slide
Welke?Hoe?
-Dikgedrukte woorden
-Latijn naar Nederlands
- Twee vormen? Leer ook de tweede vorm!
Slide 4 - Slide
Hoe zou jij de woorden gaan leren?
Slide 5 - Mind map
De woorden flumen tot en met timere
We nemen nu de woorden door. Je krijgt tussendoor vragen en op het eindje volgt een testje.
Slide 6 - Slide
Flumen, flumina
Dit woord betekent rivier.
Maar waarom staat er een tweede vorm?
Slide 7 - Slide
Wat is het meervoud van het woord museum (en dan niet museums!)?
Slide 8 - Open question
Meervoud
Dus de tweede vorm, flumina, is het meervoud van flumen! Bij sommige woorden staat dit erbij. Waarom? Dat leer je heel snel!
Leer deze tweede vorm erbij. Dus je leert flumen +mv = flumina, rivier
Slide 9 - Slide
Rex, reges
Het woord rex betekent koning. Reges is dus het meervoud, namelijk koningen.
Slide 10 - Slide
Ken jij een woord in het Nederlands dat te maken heeft met rex of reges?
Slide 11 - Mind map
Servus
slaaf
Slide 12 - Slide
De volgende 4 woorden zijn:
vocare: 1. roepen 2. noemen
venire: komen
audire: horen
videre: zien
Deze woorden eindigen allemaal op -re!
Slide 13 - Slide
De woorden eindigen op -re. Wat voor een soort woorden zijn dit?
A
zelfstandige naamwoorden
B
werkwoorden
C
voorzetsels
D
bijwoorden
Slide 14 - Quiz
vocare
1. roepen
2. noemen
audire
horen
venire
komen
videre
zien
Slide 15 - Slide
Puer, pueri
jongen
Slide 16 - Slide
iacere
liggen
Slide 17 - Slide
clamare
schreeuwen
Slide 18 - Slide
et
1. en
2. ook
Slide 19 - Slide
lacrimare
huilen
iubere
bevelen
necare
doden
timere
vrezen, bang zijn voor
Slide 20 - Slide
Welk woord betekent 'liggen'?
A
iacere
B
timere
C
venire
D
vocare
Slide 21 - Quiz
Wat betekent flumen?
Slide 22 - Open question
Leren met de laptop
Drillster in de methode!
Quizlet
Study Go
https://leitnerbox.app/
Slide 23 - Slide
Leren zonder laptop
kaartjes maken
jezelf (laten) overhoren
ezelbruggetjes bedenken
Slide 24 - Slide
Drillster
Ga naar het online tekstboek pag 23. Druk op de woorden.